N-Sea is op veel terreinen actief. Zo bereidt het de zeebodem voor op de aanleg van kilometerslange energie- en datakabels. Onderwaterrobots speuren zo’n traject af, er worden grondmonsters genomen en geanalyseerd en op zee achtergebleven explosieven gelocaliseerd. Het bedrijf repareert ook beschadigde onderzeese hoogspanningskabels en pijpleidingen op locatie. Verder verleent N-Sea logistieke diensten in nauwe samenwerking met Defensie.

Ondanks de Engelse naam is N-Sea een Nederlands bedrijf met Zeeuwse wortels. Tegenwoordig staat het hoofdkantoor in Dordrecht, is er een operationele vestiging in IJmuiden en zijn er afdelingen in het Verenigd Koninkrijk, Polen en de Verenigde Arabische Emiraten. Omgerekend naar fulltime telt N-Sea 130 medewerkers, waarvan 100 in Nederland.

Gezond

Sinds april 2021 is N-Sea eigendom van vijf compagnons, onder wie ceo Arno van Poppel. „De markt was jarenlang slecht”, geeft Van Poppel aan. „Maar ook het management liet te wensen over. Wij zijn ervan overtuigd het bedrijf weer gezond te kunnen maken.”

Dat laatste lijkt tot nu toe aardig te lukken. De hoeveelheid werk trekt fors aan, evenals de omzet. Die steeg van zo’n 60 miljoen euro in 2016 naar een verwachte 100 miljoen euro dit jaar. Van Poppel: „We hebben vorig jaar 45 mensen aangenomen.”

N-Sea is vooral actief met geofysisch onderzoek: het in kaart brengen van de zeebodem, bijvoorbeeld ter voorbereiding op de aanleg van onderzeese kabels. Van Poppel: „Na afloop garanderen we een veilig traject van vijftig meter breed.”

De onderzoekers meten de waterdiepte, de vorm en de samenstelling van de bodem en eventuele obstakels, zoals scheepswrakken. Dit doen ze met behulp van onder meer zogeheten ScanFishes, sensoren die achter een schip door het water worden gesleept.

Bij activiteiten op en in de zeebodem zijn onderwaterrobots het belangrijkste gereedschap. Van Poppel: „Daarmee werken we soms op 2000 meter diepte.” Deze zogeheten ROUV’s of ROV’s –op afstand bestuurbare onderwatervoertuigen– inspecteren met hogeresolutiecamera’s de omgeving, graven explosieven op, snijden kabels en pijpleidingen door en verrichten laswerkzaamheden.

De onderzoekers speuren ook naar achtergebleven explosieven uit de beide wereldoorlogen. Van Poppel: „Als je een kabel trekt, wil je geen bommen tegenkomen.” Maar de bodems van vooral de Oostzee, de Noordzee, de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan voor de kust van Frankrijk liggen er mee bezaaid. Om ze te lokaliseren, heeft N-Sea een detectiesysteem ontwikkeld, een uit de kluiten gewassen metaaldetector die door een gecharterd schip door het zeewater wordt gesleept en de zeebodem scant tot een diepte van zeker 2 meter.

Wie de explosieven opruimt, verschilt per land. „In Engeland en Duitsland mogen gecertificeerde civiele bedrijven dit doen. In Nederlands gebied lichten we de explosievenopruimingsdienst in.”

Reparaties

Ook aan eenmaal gelegde kabels houdt N-Sea werk in de vorm van reparaties. Van Poppel: „Kabels hebben veel te verduren. Als de zeebodem beweegt kan er een breuk ontstaan. Een scheepsanker kan een kabel stuk trekken. Soms raakt een kabel oververhit door een fabricage- of installatiefout.”

N-Sea bezit geen eigen schepen maar huurt die al naar gelang de klus voor korte of langere tijd. „Wij hebben onze mensen, het materieel en de kennis; daarmee kunnen we in feite vanaf elk willekeurig schip werken”, aldus Van Poppel.

De marktomstandigheden zijn als gevolg van de oorlog in Oekraïne dit jaar behoorlijk gewijzigd. Zo krijgt de energietransitie een extra impuls, terwijl tegelijk de afbouw van de winning van fossiele energie stagneert nu het Westen minder afhankelijk wil worden van Russisch gas. Het betekent extra kansen op werk voor een bedrijf als N-Sea.

Bedrijfsgegevens

Naam: N-Sea

Waar: Dordrecht, IJmuiden, Verenigd Koninkrijk, Polen en de VAE

Sinds: 1959

Specialiteit: onderzoek en onderhoud buitengaats

Omzet: 100 miljoen euro