Gelderland heeft vertrouwen in eigen aanpak stikstof
De Betuwe is geen Gelderse Vallei. De ‘stikstofdreiging’ is er van een heel andere orde, bleek donderdagavond op een SGP-bijeenkomst in Echteld. Toch is ook in het rivierengebied de verontrusting over het kabinetsbeleid groot. „Het is om onze grond te doen.”
Geen stoet ronkende trekkers, geen brandende hooibalen en zelfs geen zenuwachtige agenten. Bij de ingang van restaurant De Duikenburg staat een groep mannen gemoedelijk te praten. Intussen vult het parkeerterrein zich met auto’s. Wie niet beter weet, zou denken dat er een bruiloft wordt gevierd.
Een handjevol netjes geparkeerde trekkers met de onvermijdelijke omgekeerde vlag en rode zakdoek wijst erop dat er boeren bij elkaar komen. Ze houden het netjes op deze door de SGP belegde „dialoog.” De tekst „Kabinet moet weg” op een protestbord blijkt achteraf zo’n beetje de meest revolutionaire uiting. Binnen is de zaal volgepakt met zo’n 200 boeren. De gemoederen raken nog het meest verhit tijdens de pauze, die volgt op de inleidingen van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop, het Gelderse SGP-statenlid Evert Mulder en landbouwgedeputeerde Peter Drenth (CDA). „De overheid is uit op onze grond, het gaat helemaal niet om stikstof”, verzekert een fors gebouwde melkveehouder.
Intussen pakt de een na de ander een oranje SGP-pen om een vraag op een voorgedrukt formuliertje in te vullen. Na de pauze zullen de sprekers ze beantwoorden, heeft gespreksleider Dik Waasdorp verzekerd. Maar tijdens de discussie houdt hij de regie strak in handen. Vragen, die massaal zijn ingediend („te veel om allemaal te bespreken”) worden samengevat in een handjevol kernpunten. „Wie zijn e-mail heeft ingevuld, krijgt achteraf persoonlijk antwoord”, troost Waasdorp.
Uitkoop
Toch komen de bekende punten deze avond allemaal langs: het door de coalitie naar voren halen van de stikstofdoelen, al dan niet gedwongen uitkoop van veehouderijen, gebrek aan perspectief voor de landbouw, onvoldoende tijd voor innovatie, de zogeheten PAS-melders, de kritische depositiewaarden als starre ijkpunten van de kwaliteit van de natuur en het verschil met de Duitse aanpak. Zelfs het dreigende verlies van de derogatie (verruimde bemestingsnorm) komt om de hoek kijken.
SGP-Kamerlid Bisschop maakt korte metten met de bewering dat de overheid op boerengrond uit is om 1 miljoen huizen te kunnen bouwen. „Als al die huizen op landbouwgrond zouden komen, zou de sector hoogstens een paar procent hoeven inleveren. Dan is 25 miljard euro wel een heel erg kostbare operatie. Daar komt bij dat niet het Rijk maar de gemeenten ruimte voor woningbouw zoeken. En áls de overheid grond nodig heeft, komt ze gewoon netjes aan de deur. Stikstof heeft hier niks mee te maken.”
Maar dat neemt niet weg dat het wantrouwen in de politiek groot is, wil iemand weten. Bisschop erkent het volmondig, maar volgens hem zijn daar andere aanleidingen voor: de opeenstapeling van regels en de steeds wisselende de koers van de overheid. Zo wil de coalitie dat de stikstofuitstoot al in 2030 met de helft verminderd moet zijn ten opzichte van 2019, terwijl volgens de stikstofwet dat doel in 2035 bereikt moet zijn. „Vijf jaar extra maakt het verschil voor ruimte om te innoveren en voor het voortbestaan van boerenbedrijven”, stelt Bisschop.
Een pittige vraag voor het Kamerlid is ook waarom de SGP eind 2020 haar steun gaf aan de stikstofwet. Bisschop legt nog eens uit dat zijn partij hierdoor enkele verbeteringen voor de sector wist te bewerkstelligen in een wet die er ook zonder de SGP zou zijn gekomen. Maar van één ding heeft hij wel spijt, geeft hij toe. „We hadden scherper moeten zijn op de relatie met kritische depositiewaarden (norm voor gezonde natuur, gebaseerd op berekeningen, TR). Die zijn nu wettelijk verankerd. En dat verklaart waarom hetzelfde natuurgebied aan de Nederlandse kant van de grens er belabberd voor staat, terwijl er aan de Duitse kant niets mis mee is. Nederland zou de moed moeten hebben om, te kijken naar de feitelijke staat van de natuur in zo’n gebied.”
De stikstofopgave voor boeren in het rivierengebied ligt veel lager dan in de Gelderse Vallei, benadrukt gedeputeerde Drenth. „Hier zijn het de binnenvaart en het wegverkeer die de grootste opdracht hebben”, zegt hij. „Maar dat betekent niet dat boeren niets hoeven doen. Ook van de landbouw verwachten we een bijdrage.”
Hij verdedigt de Gelderse aanpak die volgens hem in staat is om zonder gedwongen uitkoop de stikstofdoelen te halen en doet een dringende oproep aan de SGP-boeren om niet de kont tegen de krib te gooien. „Je kunt heel hard roepen wat er niet goed is, maar daarmee is het probleem niet weg. Nederland zit vast. Er zal wat gebeuren, iemand gaat beslissen. Maar wij laten toch een ander niet bepalen hoe ons eigen Gelderland eruit komt te zien? De minister geeft ons als provincie de ruimte om een eigen weg te kiezen.”
Applaus
Weglopen heeft nog nooit geholpen, stelt Drenth met een verwijzing naar de weigering van een reeks landbouworganisaties om verder te onderhandelen over de stikstofproblematiek. Hij zegt erbij dat hij zelf achter de schermen nog steeds met „alle partijen uit de sector” aan tafel zit. „Laten samen optrekken voor een gezonde landbouw en een gezonde natuur.” De zaal applaudiseert.
Bisschop heeft dezelfde boodschap. „Ik ben geen ecoloog, maar als ik door het gebied rijd waar ik ben opgegroeid (Staphorst, TR) zie ik wel dat de balans tussen natuur en landbouw is verstoord. En sowieso hebben we juridisch een probleem, het helpt niet dat te negeren. Als we het blijven ontkennen, krijgt de sector geen enkel perspectief.” Applaus.
Jan Kottelenberg (CDA), burgemeester van Neder-Betuwe en voormalig melkveehouder, denkt terug aan de dagen van landbouwminister Gerrit Braks. Die moest in 1985 tegenover een Barneveldse eierhal vol boze boeren zijn mestwet verdedigen. Hij werd binnengehaald met boe-geroep maar vertrok onder gejuich.