Regering Sri Lanka kondigt uitgaansverbod af tot vrijdagochtend
De regering van Sri Lanka heeft met onmiddellijke ingang een uitgaansverbod afgekondigd dat geldt tot 05.00 uur op vrijdag. Het land verkeert in chaos en protesten tegen de regering houden aan. Tal van overheidsgebouwen zijn door betogers bestormd en president Gotabaya Rajapaksa is woensdag het land uitgevlucht zonder formeel af te treden.
Betogers hebben donderdag toegezegd de panden die ze hebben bezet weer te verlaten. In een verklaring staat dat „we de strijd voortzetten, maar onmiddellijk en vreedzaam het presidentiële paleis, het secretariaat van de president en het kantoor van de premier verlaten”. Premier Ranil Wickremensinghe, die optreedt als waarnemend president, had de ontruiming van de overheidspanden geëist. Zijn woning is ook belaagd door demonstranten.
Rajapaksa werd in het weekend door betogers uit zijn paleis verjaagd. Hij beloofde vervolgens herhaaldelijk woensdag af te treden. De president vertrok met een militair vliegtuig naar de Malediven en van daaruit zou hij naar Singapore willen reizen.
Woensdag vonden veel protesten plaats in het door een economische crisis geteisterde land. Volgens bronnen bij ziekenhuizen werden woensdagavond (lokale tijd) ten minste 45 mensen opgenomen na een confrontatie tussen betogers en de oproerpolitie bij het parlementsgebouw. Een 26-jarige betoger is volgens lokale media omgekomen nadat hij door de inzet van traangas ademhalingsmoeilijkheden kreeg.
Het parlement van Sri Lanka wijst naar verwachting volgende week een nieuwe president aan. Wickremesinghe zou daarbij de eerste keuze zijn.
Sri Lanka is economisch ingestort. Het tien jaar terug erg welvarende land, met sterke economische groei en afname van de armoede, heeft zich in de loop der jaren steeds dieper in de schulden gestoken en was in 2016 al bijna bankroet. Het land werd economisch zwaar getroffen door het wegblijven van toeristen tijdens de wereldwijde coronamaatregelen en bezwijkt nu onder de schuldenlast.
De staat heeft meer dan 50 miljard euro schuld en kan geen rente meer ophoesten. Daardoor is er vrijwel geen geld meer voor de import van essentiële basisbehoeften zoals bijvoorbeeld brandstof, medicijnen, melk en toiletpapier. Volgens het ministerie van Financiën is er nog 25 miljoen euro aan buitenlandse deviezen beschikbaar, maar het land zou 6 miljard nodig hebben om het een half jaar vol te houden.