Camera van industrieel fotograaf bungelt aan tape en tiewraps
Een camera van duizenden euro’s aan een grote kraan hangen en vastbinden met tape en tiewraps: industrieel fotograaf Rogier Bos deinst er niet voor terug. „Collega’s verklaren me voor gek.”
Er zijn meer momenten waarop Bos zijn apparatuur letterlijk los moet laten. Zo maakte hij onlangs foto’s bij een lasbedrijf. „Ik hing mijn camera aan een ingewikkelde constructie in een cabine waar een ijzeren plaat werd uitgesneden. De deur moest dicht vanwege de vonken. Ik stuurde de camera op afstand aan. Je hoopt maar dat hij blijft hangen.”
Bos –een beetje schor omdat hij de dag voor het interview tussen de stampende walsen heeft gewerkt– schuwt een vonkenregen doorgaans niet. Hij kiest ervoor om zo dicht mogelijk bij de actie te staan, zij het met een filter op zijn camera die de peperdure lens beschermt.
De 53-jarige fotograaf uit Capelle aan den IJssel werkt na zijn studie theologie eerst een aantal jaar bij een grote non-profitorganisatie. In 2007 gooit hij het roer om en gaat hij de fotografie in. Gaandeweg krijgt hij steeds meer opdrachten voor industriële fotografie. Hij fotografeert bouwputten, fabrieken, distributiecentra, robots en containerschepen. Met zijn foto’s wint de Capelse fotograaf meerdere prestigieuze prijzen.
Hoofd, handen en hart
Naast ronkende machines, imponerende bedrijfshallen en torenhoge hijskranen, fotografeert Bos vaak werklui, bijvoorbeeld op een bouwplaats.
„Deze vakmensen werken met hun hoofd, handen en hart. Ze hebben kennis die de rest van ons niet heeft en investeren in die kennis. Ze werken onder fysiek zware en vaak risicovolle omstandigheden, terwijl hoogopgeleiden vaak op hun werk neerkijken. Ze zetten een flatgebouw neer van zestien verdiepingen. Er komt een betonlaag aan en dan weten de bouwvakkers, vaak mannen uit Polen, Hongarije of Bulgarije, wat ze ermee moeten.”
Een foto maken van deze mannen op een manier die hen respecteert, dat motiveert Bos. „Onlangs had een bouwbedrijf twee modellen voor een opdracht uitgenodigd: jonge, goed uitziende jongens. Opeens komt er een wat oudere vent aanlopen. Een grote baard, beetje verwilderd, vuile kleding, een migratieachtergrond. Een man met karakter, met lijnen in zijn gezicht. Hij zegt in gebroken Nederlands tegen me: „Ik ben de mooiste man van de bouwplaats.” Ik loop naar hem toe, klop hem op de schouder, en zeg: „Je hebt helemaal gelijk. Mag ik een foto van je maken?”
Nadat de plaat was geschoten, gaf ik hem mijn kaartje. Twee weken later kreeg ik een e-mail van zijn dochter. Ze vertelde me dat haar vader zo trots als een pauw was; hij was een fotomodel. Dat doet me ontzettend veel.”
Verdacht
„Tegenwoordig is alles wat ook maar een beetje naar industrie ruikt verdacht”, betoogt Bos tijdens een wandeling door de Waalhaven in Rotterdam. Wijzend over het water: „Terwijl het graan waar jouw brood van gebakken wordt, toch echt uit dat schip komt.” De industrie mag ook mooi in beeld gebracht worden, vindt Bos, al sluit hij naar eigen zeggen zijn ogen niet voor de rol van de sector in de klimaatcrisis.
Veel mensen veronderstellen dat foto’s maken een kwestie van richten en klikken is maar daar denkt Bos radicaal anders over. „Ik bereid fotoshoots zorgvuldig voor. Ik wil weten welk verhaal iemand wil vertellen en waarvoor de opdrachtgever de foto’s gaat gebruiken. Wil hij ze op zijn website plaatsen of op grote wanden op een beurs afdrukken? Aan de hand daarvan bepaal ik welke shots we nodig hebben, wat de sfeer van de foto’s moet worden en welke camera’s ik nodig heb.”
De Capelse fotograaf heeft de kofferbak van zijn ruime Volvo vol liggen met apparatuur. Altijd gaan statieven, lampen en natuurlijk camera’s mee naar een opdracht. „Achter elk beeld zit een zorgvuldige vormgeving”, aldus Bos.
Soms moet de fotograaf praten als Brugman om de plaat te kunnen schieten die hij voor zich ziet. Bijvoorbeeld in een fabriek, waar hij het liefst ziet dat het productieproces wordt stilgelegd. „Ik wil dan bijvoorbeeld aan de andere kant van een lopende band staan. Een opdrachtgever weigert soms. „Weet je niet wat dat kost?”, krijg ik dan te horen. Dan zeg ik: Ik snap dat het geld kost, maar de foto’s leveren je ook geld op.”