Die weigering kwam Bannon op vervolging te staan wegens minachting van het parlement. De politiek strateeg beriep zich daarbij op immuniteit die adviseurs van de president zouden hebben. Ze hoeven dan niet te spreken over vertrouwelijke zaken. Maar Bannons advocaat maakte zondag ook een brief van Trump openbaar, waarin deze schrijft dat de vertrouwelijkheid niet meer geldt voor Bannon, zodat die nu wel zijn visie op de gebeurtenissen mag geven.

De oud-president maakte zich druk om de in zijn ogen eenzijdige en vooringenomen manier van werken van de onderzoekscommissie. Bannon zou daar tegenwicht aan kunnen geven met zijn getuigenis.

De onderzoekscommissie zei eerder Bannon als een belangrijke getuige te zien, onder meer omdat hij waarschuwde dat op 6 januari de „hel gaat losbreken”. De rechtszaak tegen Bannon voor minachting van het parlement staat op de agenda voor 18 juli. Het is nog niet duidelijk wat zijn bereidheid om toch te getuigen betekent voor de rechtszaak.

De parlementaire commissie gaat deze week verder met de ondervragingen. Volgens Democratisch commissielid Zoe Lofgren willen de onderzoekers dan meer te weten komen over de banden tussen militante groeperingen die bij de bestorming betrokken waren en regeringsofficials, mogelijk ook toenmalig president Trump. Na zijn toespraak bij het Witte Huis trokken zijn aanhangers naar het Capitool om te verhinderen dat het congres de verkiezingsoverwinning van Joe Biden zou bekrachtigen. Trump claimde dat de zege van Biden frauduleus was.