Onderzoek: regeling voor zorgpersoneel met long Covid onvoldoende
De huidige regeling om zorgpersoneel met long Covid langer in dienst te houden is onvoldoende, stelt de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) in een advies aan de overheid. Patiënten met langdurige Covid moeten meer hulp krijgen als zij hun baan dreigen te verliezen na twee jaar in de ziektewet. Met zorgpersoneel dat in de frontlinie stond tijdens de pandemie moet zeker „ruimhartig” worden omgegaan, aldus de raad.
Sinds kort is een subsidieregeling van kracht voor werkgevers met zorgmedewerkers die al twee jaar ziek thuis zitten met langdurige Covid. Ongeveer de helft van de loonkosten wordt daardoor een half jaar langer gedekt door de overheid. „De regeling zou moeten worden uitgebreid en verplicht worden gesteld”, vindt de raad. Werkgevers moeten daar een volledige compensatie voor krijgen. Bovendien zou het zorgpersoneel dat - aan het begin van de pandemie vaak onbeschermd - in nauw contact werkte met besmette patiënten toegang moeten krijgen tot een fonds „voor erkenning en compensatie van leed”.
Maatwerk is nodig omdat nog niet alles duidelijk is over de ziekte long Covid, waarbij mensen minstens drie maanden na hun coronabesmetting nog steeds last hebben van klachten als vermoeidheid, concentratieproblemen, hoofd- of spierpijn. Deze groep mensen moet erkenning en steun krijgen om ze te behouden op de arbeidsmarkt, aldus de raad.
Naar schatting heeft 1 tot 2 procent van de mensen een jaar na een coronabesmetting nog steeds klachten, oftewel 80.000 tot 160.000 Nederlanders, stelt de RVS. Het is volgens de raad een grote groep mensen die te maken krijgt met veelal onbegrepen en grillig verlopende klachten, met een grote invloed op het leven.
„Ook met het oog op andere bestaande en toekomstige postinfectieuze aandoeningen” adviseert de raad meer onderzoek te doen naar de ziekte. Dit kan bovendien helpen meer kennis te krijgen over andere langdurige klachten na bijvoorbeeld de ziekte van Pfeiffer, Q-koorts of de ziekte van Lyme. Zo kunnen meer patiënten profiteren en zijn we in de toekomst beter voorbereid, aldus de RVS.