Thaise regering kan training rebellen in Maleisië met foto’s bewijzen
De Thaise regering zegt over foto’s te beschikken die bewijzen dat moslims uit het zuiden van Thailand militaire training ondergaan in Maleisië.
Enkele dagen geleden reageerde Maleisië woedend op de bewering van de Thaise premier Thaksin Shinawatra dat Thaise moslims buiten medeweten van de Maleisische regering in Maleisië werden getraind. Hij wekte ook de woede van Indonesië door te stellen dat de Thaise moslims worden gehersenspoeld door radicale ideologieën uit Indonesië. Thaksin zag zich gedwongen te verklaren dat zijn woorden uit hun verband waren gerukt.
‘We hebben de foto’s om te bewijzen dat ze militietraining hebben ondergaan in de (aan Thailand grenzende) staat Kelantan’, zei onderminister van binnenlandse zaken Sutham Saengprathum. ‘Als de Maleisische autoriteiten ze willen hebben voor hun medewerking aan een onderzoek dan geven we ze graag.’
Het geweld in Zuid–Thailand heeft dit jaar aan 570 mensen het leven gekost. Dinsdag werden vier nieuwe slachtoffers gemeld: bij drie aanslagen in de provincie Pattani werden twee boeddhistische leraren en een boeddhistische ambtenaar doodgeschoten. In de provincie Narathiwat raakten soldaten die een gebedsruimte voor moslims bouwen gewond toen zij na hun werk onder vuur werden genomen.
Een hoogleraar aan een universiteit in Zuid–Thailand, Srisompob Chitpiromsri, wees dinsdag de regering van Thaksin aan als de voornaamste schuldige voor het weer oplaaien van de moslimopstand in het zuiden. Hij zei dat zich in de bijna tien jaar dat hij gegevens bijhoudt aanvankelijk tussen de tachtig en honderd incidenten per jaar voordeden, maar dat het aantal dit jaar omhoog is geschoten tot 1.253 incidenten, waarbij tot en met dinsdag 573 doden en 524 gewonden zijn gevallen. De toename van het geweld valt samen met het aantreden van de regering–Thaksin in 2001, zei hij.
De grootste fout van de regering was volgens Srisompob de ontbinding van het Co(rdinatie– en Operatiecentrum voor de Zuidelijke Grensprovincies, een orgaan dat de zowel de separatisten in de gaten hield als toezag op de sociaal–economische ontwikkeling van het zuiden. Het centrum werd opgericht in de jaren ’80, nadat de regering een amnestie voor separatisten en andere guerrillastrijders had afgekondigd. Moslimleiders, dorpshoofden, politie en leger hadden een gelijke stem in het ontmantelde orgaan.