„Ik heb de bezorgdheid in zijn stem gehoord en zijn ogen gezien toen wij het hadden over het gevaar in Irak en het feit dat jongelui daar gevaar lopen”, zei de president op een persconferentie in het Witte Huis.

Republikeinse en Democratische Congresleden hebben Rumsfeld onverschilligheid verweten over verzoeken van soldaten om meer gepantserde voertuigen. Ook wordt hem aangewreven dat hij condoleancebrieven aan nabestaanden van gesneuvelde militairen niet met de hand heeft ondertekend, maar zijn handtekening machinaal onder de brieven heeft laten zetten.

Bush, die condoleancebrieven wel persoonlijk ondertekent, werd gevraagd waarom hij Rumsfeld niet op de vingers heeft getikt.

„Ik ken het hart van minister Rumsfeld. Ik weet hoeveel hij om onze troepen geeft”, zei Bush, eraan toevoegend dat Rumsfeld en zijn vrouw vaak gewonde soldaten in het ziekenhuis bezoeken. Binnen de ruwe bolster van Rumsfeld schuilt „een goed mens die zeer begaan is met de militairen en met het verdriet dat oorlog teweegbrengt”, zei de president.