Van Gennip wil bijscholingssubsidie gerichter toekennen
Het kabinet kijkt of de STAP-subsidie waarmee volwassenen opleidingen kunnen volgen voor hun loopbaan meer gericht kan worden op „die groepen die dat het meeste nodig hebben”. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip wil ook kijken of er meer aandacht moet zijn voor mensen die moeilijk werk vinden. Het gaat daarbij vaak om iets oudere werknemers.
De regeling is „heel succesvol”, zei Van Gennip tijdens het vragenuur. De regeling werd opgetuigd omdat de vorige, belastingaftrek voor opleidingen, nauwelijks terecht bleek te komen bij lager opgeleiden, ouderen en mensen met een laag inkomen. Op die groepen wil Van Gennip zich blijven richten, bijvoorbeeld om te kijken of mensen digitaal vaardiger gemaakt kunnen worden. Ze gaat kijken of mensen die al een tijd zonder succes solliciteren ook beter bereikt kunnen worden.
CDA-Kamerlid Hilde Palland vroeg de minister naar de positie van mensen die al een tijd solliciteren, maar toch geen werk kunnen vinden. Van Gennip wees erop dat er allerlei stimuleringsregelingen bestaan of nog extra in de maak zijn om meer mensen aan het werk te helpen. „Ik denk dat in ieder geval bij een aantal bedrijven de wal het schip aan het keren is, omdat mensen gewoon mensen nodig hebben.” Veel bedrijven zouden ook zelf al inzien dat ze bijvoorbeeld ouderen goed kunnen gebruiken, omdat diversiteit ze goed doet.
In mei meldde Van Gennip aan de Kamer dat in de tweede aanvraagperiode bijna 44.000 aanvragen voor STAP-budget zijn goedgekeurd. Onder hen waren aanvragen van ongeveer 10.000 zestigplussers, bijna 25.000 mensen die niet hoogopgeleid zijn en zo’n 8.100 mensen die (nog) niet aan het werk zijn in loondienst of als zelfstandige.