Investering hoger onderwijs vooral naar jonge onderzoekers
Jonge onderzoekers en docenten in het hoger onderwijs krijgen meer „ademruimte” van het kabinet om eigen onderzoek te doen en les te geven. Per jaar trekt het kabinet 300 miljoen euro uit voor zogeheten „starters- en stimuleringsbeurzen” die zij vrij aan onderzoek kunnen besteden, meldt minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs). Eenieder van hen kan dankzij het geld aanspraak maken op een beurs van 300.000 euro. De eerste beurzen worden dit jaar al toegekend.
Het geld komt uit de investeringen in hoger onderwijs en onderzoek die al eerder waren aangekondigd in het coalitieakkoord. Per jaar gaat er structureel 700 miljoen euro extra naar onderzoek en hoger onderwijs. Ook is er voor de komende tien jaar een fonds beschikbaar met daarin 5 miljard euro.
De investeringen moeten het „piepende en krakende” hoger onderwijs „meer lucht geven”, aldus Dijkgraaf. Hij wil zien dat de werkdruk omlaaggaat en meer jonge docenten en onderzoekers een vast contract krijgen. „We moeten juist de jongere docenten rust en ruimte bieden.”
Het kabinet investeert ook 200 miljoen euro in de versterking van de sociale wetenschappen en bèta-, techniek- en medische sectoren. Dat geld gaat onder meer naar het verlagen van de werkdruk en het regelen van meer vaste contracten. Verder gaat er 50 miljoen euro naar praktijkgericht onderzoek.
Dijkgraaf hoopt dat met de investeringen „een knik naar boven” is ingezet in het hoger onderwijs en wetenschap. Volgens hem worden hogescholen en universiteiten dankzij de maatregelen aantrekkelijker om voor te werken.
Pieter Duisenberg, voorzitter van koepelorganisatie Universiteiten van Nederland, is blij dat universiteiten de hoge werkdruk kunnen aanpakken en docenten meer ruimte kunnen bieden voor onderzoek. Volgens hem zijn de structurele tekorten waar de academische wereld mee kampt „grotendeels rechtgezet”.
Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) juicht de extra investeringen toe, maar houdt een slag om de arm. „Extra investeringen in het hoger onderwijs zijn broodnodig. Echter vragen wij ons af in hoeverre dit geld écht bij de student terecht gaat komen”, aldus aankomend voorzitter Terri van der Velden.