Kan mijn stichting een ANBI-status krijgen of niet?
Ik wil een eigen stichting als goed doel oprichten en moet met steeds meer regelgeving rekening houden. Vanuit de fiscale regelgeving is de ANBI-status –algemeen nut beogende instelling– van belang.
De ANBI-status geeft allerlei fiscale voordelen, zoals giftenaftrek voor donateurs en vrijstellingen schenk- en erfbelasting. Zonder ANBI-status betaalt een instelling al gauw 30 procent of meer over grote schenkingen.
Aan welke voorwaarden moet een ANBI voldoen? De statuten moeten goed zijn ingericht zodat blijkt dat de doelen algemeen nuttig zijn. Wat algemeen nut is, is niet altijd geheel duidelijk maar het mag duidelijk zijn dat hulp aan kwetsbare mensen, ontwikkelingssamenwerking en bevorderen van gezondheid dat wel zijn.
Hoe dan ook moet het doel passen binnen een wettelijke lijst waarop onder andere bescherming van natuur en milieu, religie, en ontwikkelingssamenwerking staan.
In de praktijk treedt soms verwarring op: dan wordt bijvoorbeeld omschreven dat het doel van een instelling is het vervoeren van ouderen, terwijl bedoeld wordt het „uit het isolement halen van ouderen” door middel van een speciale gratis bus of taxidienst. Het kan dus nauw luisteren. Ook moet uit de statuten duidelijk blijken dat het bestuur onafhankelijk is. Veiligheidshalve hebben tenminste drie bestuurders de voorkeur.
Een ANBI moet er ook op letten dat zij zich niet alleen op grond van de statuten richt op het algemeen nut, maar ook feitelijk. Zij moet zich dus blijven richten op het statutaire doel, en het moet duidelijk zijn dat die werkzaamheden daar ook in passen. Ook hier treden geregeld discussies met de Belastingdienst op. Soms is de stichting buiten haar boekje gegaan en blijkt dat zij zich feitelijk richt op het plezier of belang van een bestuurder. Te denken valt aan het automuseum, dat feitelijk slechts een hobby was van de bestuurder. Van een museumfunctie voor maatschappij of publiek was geen sprake. Die instelling kreeg dus met intrekking van de ANBI-status en fiscale sancties te maken.
Daarnaast zijn er nog een aantal andere voorwaarden, waar alle ANBI’s (ook kerken) zich aan moeten houden. Te denken valt aan het schrijven van een goed beleidsplan. Daar moeten ook de toekomstige activiteiten worden benoemd, die uiteraard weer moeten passen binnen het doel. Bij de ANBI-aanvraag moet dat worden meegezonden.
Verder moet er een goede administratie zijn, waaruit ook weer blijkt dat het geld van de ANBI algemeen nuttig is besteed. Tevens moet een ANBI diverse gegevens publiceren op internet, zoals adresgegevens, een samenvatting van het beleid, maar ook om een activiteitenverslag en jaarrekening (balans en winst- en verliesrekening). Die gegevens moeten jaarlijks vóór 1 juli worden gepubliceerd. Voor kerken en vermogensfondsen is een balans niet nodig, maar wel publicatie van een begroting.
Het is goed dat een ANBI zich bewust is van al deze voorwaarden. Een intrekking of weigering van de ANBI-status kan immers erg nadelig uitpakken, nog los van eventuele imagoschade.
De auteur werkt bij HVK Stevens Belastingadvies