CPB: tot 1,2 miljoen huishoudens in nood door hoge energieprijs
Bijna een op de zes Nederlandse huishoudens kan op termijn moeite krijgen met het betalen van zijn rekeningen als de energieprijzen hoog blijven. Dat meldde het Centraal Planbureau (CPB) donderdag op basis van een stresstest naar de kosten van levensonderhoud.
In totaal kunnen tot 1,2 miljoen huishoudens in een „donker scenario” moeite krijgen met het betalen van hun vaste lasten. Volgens het CPB hadden ongeveer een half miljoen huishoudens met het prijsniveau van januari 2021 al te maken met een betaalbaarheidsprobleem. Sindsdien zijn de prijzen van energie, brandstof en voedsel veel verder opgelopen.
Het CPB benadrukt dat het geen voorspelling doet over hoeveel huishoudens daadwerkelijk in betalingsproblemen komen en op welke termijn. Veel hangt ook af van het moment waarop de tarieven in de contracten van de huishoudens worden aangepast.
Ruim de helft van de huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem heeft voldoende financiële buffers om de hoge prijzen meer dan een jaar aan te kunnen zonder uitgaven te verlagen. Zo’n 350.000 huishoudens houden het nog maximaal drie maanden vol. Vooral lage inkomensgroepen en uitkeringsgerechtigden lopen risico.
Volgens het planbureau zijn de mogelijkheden om de gestegen kosten van levensonderhoud snel terug te dringen beperkt. Isoleren en verduurzamen van woningen kost tijd en beperken van het energiegebruik kan maar beperkt. Ook de verlaging van accijnzen en de tegemoetkoming van 800 euro van het kabinet voor de laagste inkomensgroepen is „slechts deels effectief om kwetsbare huishoudens uit de financiële problemen te houden”, aldus het CPB.
Werkgevers en vakbonden doen achter de schermen verwoede pogingen om met het kabinet tot een koopkrachtakkoord te komen. Ze willen een deal over lonen, lagere belasting voor werkenden en extra compensatie van de energiekosten. De betrokken ministers houden vooralsnog de boot af, aldus goed ingevoerde bronnen donderdag in De Telegraaf.
Donderdag overlegden ministers Van Gennip (Sociale Zaken) en Adriaansens (Economische Zaken) en de voorzitters van werkgeversclubs en vakbonden. „Dit is een van de laatste kansen om nog iets te doen met de koopkracht richting de besluitvorming in augustus over de nieuwe begroting”, zei een ingewijde.