„Refo-gezindte behoort geen onderwijsvacatures te hebben”
Er zou op reformatorische scholen geen personeelstekort moeten zijn. Prikkelende stelling tijdens een bijeenkomst van het Van Lodenstein College met kerkenraden. De praktijk is intussen weerbarstig.
Er is wél een personeelstekort, al heel lang. En het wordt niet minder. Vanuit die bezorgdheid kwam locatiedirecteur Laurens Kroon van het Van Lodenstein College (VLC) in Kesteren maandagavond tot zijn uitspraak tijdens een ambtsdragersbijeenkomst. „Met de dringende oproep aan kerkenraden om de nood van het onderwijs bij gemeenteleden onder de aandacht te brengen.”
Want echt, dat tekort, dat hoort er niet te zijn, vindt Kroon. „Vanwege de verantwoordelijkheid die we hebben om de nieuwe generaties op te voeden.”
Die generaties hebben veel te verduren, weet Kroon vanuit de 25 jaar die hij bij de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten werkte en uit de ervaringen die hij sinds de zomer in het onderwijs opdeed. „Jongeren ondervinden sterke invloed van de hedendaagse cultuur. Dat zien we in gedrag en levenshouding, in het omgaan met het gezag, in het genieten van het hier en nu. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar er is wel reden tot grote bezorgdheid. Daarover hebben we met de kerkenraadsleden gesproken.”
Daarbij bracht Kroon ook „de nood van de vacatures” onder de aandacht. „Laat ambtsdragers aan ouders vragen waarvoor ze hun kinderen opvoeden: voor het hier en nu of met het oog op de voortgang van Gods Koninkrijk. In dat laatste heeft het reformatorisch onderwijs een plaats. Te midden van alle zorgen mogen we onze jongeren opvoeden bij een geopende Bijbel. Als de gereformeerde gezindte op zijn plaats zou zijn, zouden er geen vacatures bestaan. Dan zouden we samen de schouders eronder zetten.”
Huisje, boompje, beestje
Prijs het werk in het onderwijs aan, vroeg Kroon de ambtsdragers. „Ook in onze gezindte hebben we –zowel in de opvoeding als in de beroepskeuze– veel aandacht voor huisje, boompje, beestje”, licht de locatiedirecteur toe.
„Wanneer je als ouders met je kind praat over studie en beroep, wat zeg je dan? Natuurlijk kijk je naar iemands gaven, maar spreken we er ook over wat we kunnen betekenen in de samenleving en voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk? We zoeken collega’s die met liefde komen lesgeven, om jongeren te vormen en toe te rusten.”
Collega’s voor –bijvoorbeeld– godsdienst, Nederlands, Engels, wiskunde; om maar enkele vacatures in Kesteren te noemen. „Voor scheikunde hebben wij op dit moment gelukkig geen tekort; andere scholen weer wel. De situatie verschilt per plaats, maar het algemene beeld is duidelijk. Als ik al die grote personeelsadvertenties zie, denk ik: Het is echt zorgelijk.”
Doorbijten
VGS-bestuurder Moens komt tot dezelfde conclusie. „Het personeelstekort doet zich op alle scholen en in alle vakgebieden voor. Na de coronaperiode hebben sommige leerlingen ook extra aandacht nodig. Scholen zoeken daar ruimte voor, maar je moet er wel de mensen voor hebben.”
In het primair onderwijs is het volgens Moens met name voor de bovenbouw lastig mensen te krijgen. Ook naar vervangers is het zoeken. En naar directieleden.
De VGS-bestuurder onderschrijft de oproep aan kerkenraden. „Breng deze nood toch vooral bij de gemeenteleden onder de aandacht.”
Jongeren kunnen het onderwijs in, zijinstromers ook, zegt Lodensteindirectielid Kroon. „We zijn nu in gesprek met iemand die naast haar baan wel gastdocent wil worden. Wettelijk mag dat voor maximaal zes uur per week. Ook zulke mensen zijn welkom.”
Niet alle begin is moeilijk, maar een deel ervan toch wel. „Sommige starters zijn echt een natuurtalent. Voor veel anderen is het even doorbijten.” Daarbij blijkt wangedrag van leerlingen een probleem is dat soms ook ervaren docenten doet afhaken. „Een aantal jongeren is in coronatijd de motivatie kwijtgeraakt. Dat uit zich in het gedrag, en ook in de toename van het aantal zorgleerlingen. Het is een uitdaging deze jongeren de persoonlijke aandacht te geven die ze nodig hebben.”
Gemakkelijk is dat voor docenten niet altijd, ziet Kroon. „Een deel van hen heeft de coronatijd als zwaar ervaren, en het werk is nog steeds intensief. Vakanties zijn soms hard nodig om even op adem te komen. Maar ik zie onder de leraren grote betrokkenheid. Het zielenheil en de belangen van jongeren moeten ons motiveren voor dit werk.”