Vermindering stikstof „zeer urgent" voor negentien soorten natuur
Negentien kwetsbare habitattypes in Nederland worden dusdanig bedreigd door stikstofneerslag, dat de overheid daar volgens deskundigen nog voor eind 2025 moet ingrijpen om de overbelasting weg te nemen.
Het gaat bijvoorbeeld om oude eikenbossen, hoogveenlandschappen, grijze duinen en stuifzandheide. Deze soorten natuur staan op een lijst die onlangs is gepubliceerd als bijlage bij overheidsplannen om de stikstofuitstoot omlaag te krijgen.
De negentien habitattypes zijn aangemerkt als „zeer urgent”. Dat is gedaan door een gespecialiseerde taakgroep waarin wetenschappers, natuurbeheerders en de overheid samenwerken. Nog eens 22 soorten natuurgebied hebben in hun rapport het label „urgent” gekregen. Dat wil zeggen dat de stikstofneerslag uiterlijk voor 2030 op een voor de natuur veilig niveau moet zijn gebracht. In vaktaal heet dat: onder de „kritische depositiewaarde”.
Een habitat komt op de urgentielijst terecht als landelijk minimaal 20 procent van deze natuurcategorie is overbelast met schadelijke stikstofverbindingen. Het gaat dan om ammoniak, dat vooral van de agrarische sector komt, en om stikstofoxiden van verkeer en industrie. Er is het kabinet veel aan gelegen om die problemen op te lossen, want het stikstofprobleem schaadt zowel de natuur als de economie. Sinds in 2019 de basis onder de stikstofregels ongeldig werd verklaard door de Raad van State, is het veel moeilijker om vergunningen te krijgen voor activiteiten waarbij stikstof wordt uitgestoten. Dat gaat van het uitbreiden van stallen tot woningbouw.
De zogeheten ‘quick scan’ bouwt voort op een onderzoek dat ecoloog Roland Bobbink begin dit jaar uitbracht in opdracht van Greenpeace. Die organisatie concludeert dat de opgave voor de overheid nog groter is dan het eerdere onderzoek liet zien. „Terwijl 2025 steeds dichterbij komt, lijkt het kabinet nog steeds haar tijd te nemen voor de aanpak van de stikstofcrisis. Die tijd is er niet”, stelt de milieuorganisatie.