Herinneringen aan Mient Jan Faber
Hij was in de jaren 80 van de vorige eeuw hét gezicht van de Nederlandse vredesbeweging en dat is hij gebleven: Mient Jan Faber. Afgelopen zondag overleed hij op 81-jarige leeftijd. Waarom ik hem hier noem? Omdat ik Faber in de jaren 90 meerdere keren uitnodigde om mee te doen aan discussies over oorlog en vrede. Faber had iets wat dr. Bob Goudzwaard ook kenmerkte, maar dan op zijn terrein, de economie. Beiden hamerden op het morele appel dat misstanden op internationale schaal op ons doen. Het wereldwijde kapitalisme (Goudzwaard) of de internationale politiek (Faber) moeten vooral christenen ter harte gaan, zeker als sprake is van onrecht.
Faber typeren als vredesactivist doet hem geen recht. Dat bleek toen ik hem op 22 juli 1995 vroeg om aan te schuiven bij een gesprek. Het was zomer in Nederland en snikheet. In een zaaltje ergens in Amersfoort zaten dr. J. T. van den Berg, SGP-parlementariër, naast dr. Roel Kuiper (namens de RPF, later CU). In het voormalige Joegoslavië woedde een verschrikkelijke oorlog tussen Serviërs, Kroaten en Bosnische moslims. In Nederland wordt die zwarte bladzijde in het geheugen samengevat onder de naam Srebrenica. In deze door de VN ingestelde enclave zouden moslims veilig zijn voor de Servische troepen. Ze bleken er vanwege laks optreden van de internationale gemeenschap allesbehalve veilig.
Op 12 juli 1995 viel de enclave in handen van de Serviërs en werden meer dan 8000 mannen en jongens vermoord. Tien dagen later zaten Van den Berg, Kuiper en Faber aan tafel. In Bosnië etterde de oorlog verder en gebeurden er de meest verschrikkelijke dingen. In de publieke opinie was sprake van groeiende frustratie over westerse passiviteit. Er waren immers meer enclaves dan alleen Srebrenica: Gorazde, Tuzla, Bihac. En dan was er nog de belegering van Sarajevo.
Een moment uit dat gesprek ter typering van Faber. Hij bepleitte dat landen nóg nadrukkelijker militair in Bosnië aanwezig zouden zijn om mensen echt te gaan beveiligen. Faber keek naar Van den Berg: „Stel, het Westen stuurt 3000 man extra naar Gorazde. Mogen daar ook Nederlanders bij zijn?” Van den Berg wees erop dat dit „meer van hetzelfde” zou worden en een scenario van voortmodderen voorspelde. Hij beschouwde het concept van veilige gebieden als failliet. „Maar dan is er alleen nog: terugtrekken!”, reageerde Faber. Van den Berg: „Ja, ik denk dat dit nu de keuze moet zijn.”
Faber repte van een „morele crisis” vanwege „weglopen” bij het kwaad vandaan. „We gaan er als militairen naartoe, maar de eerste taak is vervolgens niet de bescherming van mensen, maar dat iedereen veilig terugkomt.” De afbraak van de multi-etnische samenleving in Joegoslavië raakte Faber. In dit verband hekelde hij „verzachtende taal.” „We durven het kwaad niet eens meer te benoemen. Etnische zuivering is aanvaard, want dat is nu toch beter voor die mensen daar. Intussen helpen wij daar niet mee met etnische zuivering, oh nee, wij doen aan humanitaire assistentie. Dat is toch schandelijk.”
Enfin, ik hoop dat Fabers moreel geladen speldenprikrol in onze gezindte een plekje houdt.