Wie keert een volgende coronagolf?
Nederland is niet klaar voor een volgende coronagolf; een nieuwe lockdown is dichtbij. Die alarmerende kreten slaken ziekenhuisdirecteuren en epidemiologen. Wie is er aan zet? De overheid of de samenleving?
Minister Kuipers legt de bal terug bij de maatschappij. Ziekenhuizen moeten zelf met een plan komen om de zorg op te schalen bij een oplaaiend virus. En laat de horeca nadenken over hoe ze veilig kunnen openblijven. Neem een voorbeeld aan het onderwijs, zegt hij, waar ideeën liggen voor testen, ventilatie in klaslokalen en het verschuiven van vakanties bij een besmettingspiek.
De zorg zit echter met de handen in het haar. Het personeelstekort loopt steeds verder op en het ziekteverzuim van zorgmedewerkers ligt nog altijd twee keer zo hoog is als voor de coronapandemie.
Horecaondernemer
Michel Dückers, bijzonder hoogleraar crises, veiligheid en gezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, begrijpt wel dat de samenleving worstelt om eigen verantwoordelijkheid te nemen. „De vraag is in hoeverre burgers en bedrijven bij een uitbraak ook de ruimte krijgen om zelf plannen door te voeren. Ze zijn daarvoor afhankelijk van de overheid”, zegt hij. „Met zo’n open verzoek creëer je geen helderheid.”
Hij vindt het wel terecht dat minister Kuipers de samenleving aanspreekt op haar eigen verantwoordelijkheid. „Maar dat vereist dat je daarin als overheid de regie voert en ook faciliteert dat partijen die plannen kunnen uitvoeren.”
Zo kan een horecaondernemer wel bedenken hoe hij zijn gasten op veilige afstand kan ontvangen, maar als restaurants straks weer dicht moeten, is dat zinloos.
Symboliek
De reactie van minister Kuipers deed Menno van Duin, lector crisisbeheersing aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid, denken aan de millenniumovergang 22 jaar geleden. „Toen stuurde de overheid brieven naar de samenleving: Let op, de millenniumcrisis komt eraan. Punt.” Het kabinet zou best meer sturing mogen geven, vindt hij. „Maak duidelijk wat een nieuwe golf betekent voor wie wat doet, en wanneer dan, en waarom.” Hij wijst erop dat gemeenten momenteel ook druk zijn met de opvang van Oekraïense vluchtelingen.
Toch kan de voorbereiding volgens hem al wel deels beginnen. „Denk na over de lessen van de afgelopen twee jaar en wat die betekenen voor nu. Welke maatregelen hadden veel symboliek in zich en sorteerden nauwelijks enig effect? Er was enorme aandacht voor besmettingen buiten, terwijl die daar nauwelijks plaatsvinden. Of neem het ontsmetten van winkelwagentjes, terwijl aerosolen vooral in de lucht zitten. En je kunt het luchtruim wel sluiten, maar we weten nu dat het virus dan allang binnen is.”
Bril
Een groot probleem is volgens Dückers dat in de coronacrisis het gesprek ontbreekt. „Laat de overheid burgers, bedrijven en experts vragen: Als dit scenario werkelijkheid wordt, wat vinden we dan een acceptabel maatregelenpakket? Daar is nú de tijd voor. Zo kun je in ieder geval tot een gedragen basisplan komen.” Ook als dat later niet uitvoerbaar blijkt, hebben mensen in ieder geval het gevoel dat ze gehoord zijn, stelt hij.
Dückers zou het een gemist kans vinden als de overheid in oude patronen valt en in een crisissituatie weer besluiten neemt zonder het gesprek met de maatschappij en de zorg aan te gaan. Tot nu toe kwamen maatregelen er meestal op basis van adviezen van het OMT. Maar deze infectieziektedeskundigen kijken primair door de bril van besmettingscijfers, zegt Dückers. „Dat is het halve verhaal. We weten inmiddels dat de maatschappelijke gevolgen gigantisch zijn – voor bedrijven, scholen, de zorg. Ook forse mentale gezondheidseffecten worden meer en meer zichtbaar.”
Op de „grootschalige negatieve gevolgen” van maatregelen wijst ook Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij ziet een buitengewoon beperkte rol weggelegd voor de overheid. „Er is geen bewijs dat de rigoureuze maatregelen van de afgelopen twee jaar het sterftecijfer hebben doen dalen”, stelt hij. Kwetsbaren moeten er volgens Helsloot zélf voor kiezen om drukke locaties of het openbaar vervoer te mijden. „Dat kun je oneerlijk vinden voor die kleine groep, maar maatregelen voor de hele maatschappij zijn oneerlijk voor de hele samenleving. Neem de leerachterstanden door de schoolsluiting.”
Gevoelstemperatuur
Bij een goede voorbereiding hoort ook nadenken over wat we wel en niet accepteren aan maatregelen, meent Van Duin. „Het idee dat we het virus wel zullen indammen, is naïef. Dat is ons geen enkele keer gelukt, dus de volgende keer ook niet.”
Eén ding is zeker, zegt Dückers: elke keuze zal tot discussie en verzet leiden. „Het vertrouwen tussen burger en overheid staat steeds meer onder druk. Door het beeld dat we onvoldoende geleerd hebben van bijvoorbeeld de toeslagenaffaire en de gaswinning, wordt het wel ingewikkeld om een nieuwe ronde maatregelen in te gaan. De emotionele gevoelstemperatuur is allesbehalve gunstig.”