Nita Verhoef begeleidt mensen met dementie op eigen zorgboerderij
Tijd is kostbaar. Waar zijn we druk mee tussen 7.00 en 19.00 uur? Nita Verhoef uit Baambrugge is eigenaar van zorgboerderij Den Haring.
„Mensen met dementie zijn kwetsbaar, eerlijk en oprecht. In al hun verwardheid verdienen ze een fijne oude dag. Daarom besloten mijn man en ik negen jaar geleden een zorgboerderij te beginnen voor deze groep. Van de veertig melkkoeien op onze boerderij kon ons gezin niet leven, dus we moesten er wat bij doen. Ik kom uit de zorg en vind het ontzettend fijn om voor oudere mensen te zorgen.
Vier dagen in de week ontvangen we nu zo’n vijftien dementerende bezoekers op onze zorgboerderij. In de dagen dat ze hier zijn, weet de familie: vader of moeder is in goede handen. Ze lopen niet weg, vervelen zich niet en doen geen gekke dingen. Dat geeft de familie rust. Daardoor kunnen onze bezoekers langer thuis blijven wonen.
Natuurlijk, iedereen die hier komt, gaat achteruit. Maar door de aandacht, de zorg en de activiteiten voelen mensen zich nuttig, gezien en gewaardeerd. Daardoor blijven ze beter functioneren en hoeven ze minder snel opgenomen te worden in een verpleeghuis.
Mensen met dementie kun je, ondanks de geheugenproblemen, best wat aanleren. In coronatijd zagen we dat met handen wassen. Aan het begin riep dat weerstand op, maar nu doen ze het allemaal keurig. Regelmaat en ritme zijn daarbij belangrijk.
De zorgboerderij is christelijk, maar we heten iedereen welkom. In de praktijk zijn bezoekers niet of nauwelijks christelijk. Aan tafel bidden, danken en lezen we. Pas gaf een mevrouw aan dat ze daar niet aan mee wilde doen. Ik zei: „Dat hoeft niet, maar wij doen het wel.” Dan hoort ze het toch, en je weet maar nooit.
Tot voor kort werkte ik ook nog in de thuiszorg. Dat was vluchtiger en een-op-een, terwijl ik nu met een groep te maken heb en eigen baas ben. Er komt bij een eigen bedrijf ook administratie kijken. Zo moet je voor het kwaliteitskeurmerk van de zorgboerderij een jaarverslag maken, elk jaar een lijst met 200 vragen bijwerken en vier keer per jaar een inspraakmoment houden waarop de bezoekers hun zegje mogen doen. Daar komt niet veel uit; mensen vinden het prima hier. Maar het moet allemaal wel gebeuren en beschreven worden. Gelukkig is het personeel handiger met de laptop dan ik.”
Nita Verhoef
Leeftijd: 50
Opleiding: zorgopleiding (Intas), ziekenverzorgende (intern)
Functie: eigenaar zorgboerderij Den Haring
Woont: met man en drie kinderen in Baambrugge
Zelf ook enthousiast over je werk? Meld je dan aan via vrijdag@refdag.nl
Boerin of begeleider?
„Nee, ik voel me geen boerin. Mijn man is boer, ik ben begeleider. Niet dat ik er vies van ben om te helpen in de stal. Pas heb ik nog geholpen met een keizersnede van een koe. Koeien melken is niet aan mij besteed, maar ik zeem rustig de ramen van de stal. Voor het boerenwerk ben ik gewoon te druk. En ik kook liever dan dat ik het kippenhok schoonmaak. Dat laatste laat ik het personeel en de vrijwilligers doen. Koken vind ik dankbaar werk. Alle borden gaan altijd leeg en de maaltijd is elke dag een feestje.
Dat ik leiding zou kunnen geven, had ik nooit gedacht. Simpelweg omdat ik het nooit had gedaan. Nu sta ik ervoor en gebeurt gewoon. Eigenlijk gaat het best goed. Wel vind ik het lastig om de regie uit handen te geven als ik een dagje weg ben. Maar als het dan goed loopt, weet je: het kan ook zonder mij.”
Binnen of buiten?
„Elke dag koken we eten voor in totaal 23 man: bezoekers, personeelsleden en vrijwilligers. Ik laat de bezoekers prei, ui, courgette, paprika en champignons snijden, aardappels schillen en bloemkool schoonmaken. Er snijdt weleens iemand in z’n vinger, maar meestal gaat het goed. Iedereen doet wat, ook de mannen kunnen prima meehelpen. Zo voelt iedereen zich belangrijk en nuttig. Als we klaar zijn, brengen we de groente- en fruitschillen naar de pinken. Zo leuk, die beginnen al te loeien als de mensen de deur uitlopen. We rapen eieren bij de kippen, kijken bij de konijnen en genieten van de geitjes. Buiten zijn vind ik het leukst. Je hoort de koeien loeien en schapen blaten. „Ik vind het zo mooi als die haan kraait”, zei een man van 95 pas, die in de stad op een flat woont. Als ik dat hoor, word ik heel blij.”
Privé of publiek?
„De scheiding tussen privé en werk is best lastig. De zorgboerderij zit aan ons huis vast, in de voormalige koeienstal. Ik loop er makkelijk even naar binnen, maar het is niet zo dat de bezoekers ook telkens ons huis in lopen. Het is weleens gebeurd dat iemand wilde kijken of ze de bedden al had opgemaakt. Ze liep het huis in, maar draaide zich al snel weer om: „O nee, hier is het niet.”
De zorgboerderij is vier dagen per week open, maar je bent eigenlijk nooit los van een bedrijf op je eigen erf. Op woensdag blijven we bewust dicht. Ik vind het fijn om dan werkjes te doen waar ik niet bij ‘gestoord’ wil worden. Of even een boodschap te doen, naar de kapper te gaan of mijn moeder te bezoeken. Mijn man kan dan ook klusjes doen die minder geschikt zijn voor dagen waarop de zorgboerderij open is, zoals mest rijden.”