Als veiligheidschef van Hongkong overzag Lee het hardhandige optreden van de politie en regering tegen prodemocratische activisten tijdens de massale protesten in 2019. De Verenigde Staten hebben vanwege dit optreden sancties aan hem en tien andere functionarissen opgelegd.

Dat Lee de nieuwe bestuurder van Hongkong zou worden, stond eigenlijk al vast. Hij was de enige kandidaat voor de functie. Niet de inwoners van de stad, maar de 1461 leden van een sterk pro-Beijing georiënteerde kiescommissie brachten hun stem uit. 1416 van hen steunden Lee. Acht leden stemden tegen het aanstellen van Lee en de rest bracht geen stem uit. Het communistische regime in Beijing heeft de vrijwel unanieme keuze voor Lee geprezen als signaal dat de bevolking van Hongkong het met deze keuze eens zal zijn.

In een verklaring noemt de Europese Unie de aanstelling van Lee een schending van democratische normen. Volgens EU-buitenlandchef Josep Borrell is de selectieprocedure een nieuwe stap in de ontmanteling van de zogenoemde één land, twee systemen-regeling. Door die speciale status hadden inwoners van Hongkong voorheen meer politieke vrijheden dan mensen in de rest van China.

In een reactie op zijn aanstelling sprak Lee van een „historische missie” om een nieuw tijdperk voor Hongkong te leiden. Hij zei de stad te willen herenigen, maar stelde daarbij ook dat politieke hervormingen geen prioriteit krijgen.

Lee wordt op 1 juli officieel beëdigd. Op die dag is het precies 25 jaar geleden dat de soevereiniteit van Hongkong werd overgedragen van het Verenigd Koninkrijk aan China.