Onderzoek: eindeloos op Insta betekent niet per se verslaving
TikTok, Twitter en Instagram. Jongeren kunnen soms eindeloos scrollen op hun smartphone. Uit nieuw onderzoek blijkt dat dat niet per se schadelijk is.
Maartje Boer, promovenda aan de Universiteit Utrecht, deed onderzoek naar het welbevinden van jongeren in de leeftijd van 11 tot en met 16 jaar en hun socialemediagebruik. De sociologe kwam tot de conclusie dat er onderscheid is tussen intensief en problematisch gebruik van sociale media. „Bij het laatste laten jongeren kenmerken van verslaving zien. Hoe meer symptomen van verslaving we waarnemen, hoe meer depressieve gevoelens en concentratieproblemen we zien. Bij alleen een toename in het gebruik van sociale media zagen we geen negatieve effecten.”
Op welke kenmerken van verslaving doelt u?
„We onderscheiden er negen. Het zijn dezelfde kenmerken die ook passen bij bijvoorbeeld een alcoholverslaving. Voorbeelden zijn dat je niet anders dan aan sociale media kunt denken. Of dat je je ontevreden voelt, omdat je meer tijd zou willen spenderen op sociale media. Ook voel je je rot als je er een tijd geen gebruik van kunt maken, een soort ontwenningsverschijnselen dus. En als je probeert minder tijd online te besteden, dan lukt dat niet. Ook heb je geen tijd voor sporten of hobby’s. Verder zijn kenmerken dat je ruzie maakt of liegt over het socialemediagebruik.”
Veel ouders willen niet dat hun kinderen veel op sociale media zitten. Is intensief gebruik niet al problematisch?
„Veel ouders maken zich inderdaad zorgen over de tijd die naar sociale media gaat. Maar het is goed om te weten dat intensief gebruik dus niet direct reden tot zorg hoeft te geven. Het heeft een belangrijke sociale reden: het onderhouden van contacten met vrienden. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die veel online zitten meer steun ervaren van leeftijdsgenoten. Pas als je meerdere symptomen van verslaving ziet, wordt het zorgwekkend.”
Ligt problematisch gebruik van sociale media bij bepaalde kinderen meer op de loer dan bij anderen?
„Dat hebben we ook onderzocht. Wij zien dat jongeren die kwetsbaar zijn op psychologisch of sociaal gebied eerder kampen met verslavingssymptomen. Als jongeren niet zo lekker in hun vel zitten –een lage levenstevredenheid hebben, noemen we dat– gaan ze mogelijk ter afleiding op sociale media en verliezen ze zich er eerder in. Of neem jongeren die hoog scoren op ADHD-eigenschappen, die hebben minder zelfcontrole waardoor ze hun tijd online minder goed kunnen reguleren. En jongeren met minder sociale vaardigheden leggen in het echte leven lastiger contacten en doen dat waarschijnlijk liever via internet en worden daar vervolgens afhankelijk van.”
Wat kunnen hulpverleners met uw onderzoek?
„Ze weten nu dat ze niet zozeer naar de intensiteit van het gebruik van sociale media hoeven te kijken, want intensief gebruik is normaal voor deze tijd. Waar hulpverleners wel op kunnen letten zijn de symptomen van verslaving. Sporten jongeren niet meer omdat ze liever online zijn? Of ontstaat er ruzie over het internetgebruik? Dan is er mogelijk sprake van problematisch gebruik en hebben ze hulp nodig.”
Het problematisch gebruik van sociale media wordt officieel nog niet erkend als verslaving. Werpt uw studie daar nieuw licht op?
„Om een nieuwe diagnose te laten opnemen in de psychologische handboeken is veel wetenschappelijk onderzoek nodig. Ons onderzoek draagt daaraan bij. Het laat consistent zien dat problematisch socialemediagebruik voorspellend is voor een verminderd welbevinden bij jongeren. Meer onderzoek blijft echter nodig. Onder meer naar andere leeftijdsgroepen en in andere landen. Als die hetzelfde beeld schetsen, dan is het belangrijk dat verslaving aan sociale media wordt erkend.”