Recept: Gelderse karnemelksaus
Bij ons thuis waren er twee manieren om sla te eten. Er was slasaus uit een fles of je maakte je sla aan met azijn, suiker en spekvet. Die laatste methode lijkt trouwens verrassend veel op een vinaigrette: een mengsel van iets zuurs, iets vettigs en als extra iets zoets.
Maar goed: het effect van dat hete spekvet was dat de sla daardoor razendsnel slonk en er op het bord een soort smeuïge stamppot ontstond. Niet erg verfijnd, maar wel een manier om een hoog opgetast bord vol groene blaadjes tot beheersbare proporties terug te brengen. Geslonken sla eet bovendien vlot weg.
Sla met karnemelksaus –vanouds een gebruik op de Veluwe en in het oosten van het land– heeft hetzelfde slinkende effect. De saus smaakt lichtzuur. De spekjes zorgen voor hartigheid en bite. Het gerecht is vrij vochtig: dat nodigt uit tot het prakken van de aardappelen. Best lekker, al met al.