SIPRI: Wereldwijde defensie-uitgaven stijgen naar recordhoogte
De wereldwijde defensie-uitgaven bedroegen in 2021 voor het eerst meer dan 2 biljoen dollar. Volgens een zondagavond verschenen rapport van het internationale vredesonderzoeksinstituut Stockholm (SIPRI) stegen de uitgaven vorig jaar, gecorrigeerd voor de inflatie, met 0,7 procent tot 2113 miljard dollar (1,95 biljoen euro). De mondiale militaire uitgaven stegen daarmee volgens SIPRI voor het zevende jaar op rij.
Toch daalden de wereldwijde defensie-uitgaven juist als percentage van de totale wereldeconomie, met 0,1 procentpunt. De wereldeconomie groeide in 2021 namelijk nog sneller dan de defensie-uitgaven, als gevolg van alle economische stimuleringsmaatregelen in verband met de coronapandemie. De wereldwijde defensie-uitgaven waren volgens SIPRI in 2021 nog goed voor 2,2 procent van de totale wereldeconomie.
De vijf landen die in 2021 het meeste geld uitgaven aan hun leger waren: de Verenigde Staten, China, India, Groot-Brittannië en Rusland. De uitgaven van Rusland stegen, in voorbereiding op de oorlog in Oekraïne, met 2,9 procent naar 65,9 miljard dollar (61 miljard euro). Daarmee bedroegen de Russische defensie-uitgaven 4,1 procent van het bruto binnenlands product. Of Rusland zich ook de komende tijd nog zulke hoge legeruitgaven kan blijven veroorloven, is de vraag. De internationale sancties, afgekondigd vanwege de oorlog in Oekraïne, raken de economie van Rusland hard.
Daar staat tegenover dat veel NAVO-lidstaten vanwege de oorlog in Oekraïne juist hebben aangekondigd hun defensie-uitgaven te zullen opvoeren. SIPRI verwacht daarom dat de mondiale stijging ook de komende jaren zal doorzetten.
De Verenigde Staten gaven in 2021 het meeste geld uit aan defensie: 801 miljard dollar (742 miljard euro). Dat stond in dat jaar gelijk aan 3,5 procent van het Amerikaanse bruto binnenlands product. In 2020 waren de defensie-uitgaven in de VS nog goed voor 3,7 procent van de totale economie van het land.