De Jonge: zuur als men uit antikraakwoning moet voor Oekraïners
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) erkent dat het „iets zuurs” heeft dat het voorkomt dat mensen die tijdelijk in een overheidsgebouw woonden hun huis moeten verlaten om plek te maken voor Oekraïners. Tegelijk vindt hij het „ook niet onlogisch”, omdat het gaat om bewoners die wisten dat ze antikraak gingen wonen. Dit komt volgens hem bovendien zelden voor.
„Antikraak is een keuze van mensen zelf, om zichzelf die onzekerheid aan te doen”, zei De Jonge op vragen van SP’er Jasper van Dijk. Die had hem gevraagd om te erkennen dat zo’n situatie „ongelukkig” en „niet handig” is. „Ik erken dat het zuur is, dat is gewoon zo. Maar het kan soms noodzakelijk zijn”, aldus de minister. Volgens hem kunnen gemeenten en de burgemeesters „soms geen kant op”. Volgens hem is het dan een kwestie van „goed begeleiden”. „Meestal lukt dat wel.”
De Jonge deed zijn uitspraken in een debat over de opvang van Oekraïners, waarbij ook asielzoekers uit andere landen uitgebreid ter sprake komen. Hij kijkt naar mogelijkheden om vastgoed van de overheid hiervoor geschikt te maken. Hoeveel mensen daar gehuisvest zouden worden, is nog niet duidelijk.