Hoofdaanklager Strafhof in Boetsja voor onderzoek naar misdaden
Hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag Karim Khan heeft woensdag een bezoek gebracht aan Boetsja, het stadje bij Kiev waar honderden Oekraïense burgers volgens Oekraïne zijn gedood tijdens de Russische bezetting. „Oekraïne is een plaats delict. We zijn hier omdat we goede gronden hebben om te geloven dat misdaden worden gepleegd die binnen onze jurisdictie vallen”, zei Khan tegen verslaggevers. „We moeten de waarheid te zien krijgen door de mist van oorlog door te prikken.”
Het Strafhof begon begin maart met zijn onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne tijdens de Russische invasie en is bezig bewijsmateriaal te verzamelen. Rusland ontkent dat het burgers heeft gedood, hoewel daar wel aanwijzingen voor zijn. De vondst van lijken in Boetsja zou volgens Moskou in scène zijn gezet door Oekraïne.
Een forensisch team van het ICC moet de „waarheid van fictie scheiden”, aldus Khan. „We moeten met een open blik kijken en het bewijsmateriaal volgen.” De aanklager wil dat de internationale wetten die oorlogsmisdaden verbieden worden ingezet om burgers te beschermen.
Oekraïne is zelf vooralsnog geen lid van het ICC, maar heeft toestemming gegeven voor de onderzoeken. Rusland is ook geen lid van het Strafhof.