Groot-Brittannië ziet bewijs van aanvallen op burgers in Oekraïne
Na het wegtrekken van Russische troepen uit het noorden van Oekraïne is er volgens het Britse ministerie van Defensie bewijs achtergebleven van het „onevenredig” aanvallen van burgers. „Het vertrek van Rusland uit Noord-Oekraïne laat sporen achter van de onevenredige aanvallen op niet-strijders, waaronder de aanwezigheid van massagraven, het dodelijke gebruik van gijzelaars als menselijk schild en het ondermijnen van de civiele infrastructuur”, zegt het ministerie zaterdag in een update van de inlichtingendiensten.
Volgens de Britten hebben de Russen geïmproviseerde explosieven gebruikt om „slachtoffers te veroorzaken, het moreel te verlagen en de bewegingsvrijheid van Oekraïne te beperken”. Ook is de infrastructuur onder vuur genomen waarbij het risico groot was dat burgers geraakt zouden worden. Daarbij wijzen de inlichtingendiensten onder meer op een opslagplek voor salpeterzuur in de Roebizjne in de Oost-Oekraïense regio Loehansk.
Een tank met salpeterzuur raakte in Roebizjne beschadigd door beschietingen. Oekraïne houdt de Russen daarvoor verantwoordelijk, de pro-Russische separatisten in Loehansk geven de Oekraïense troepen de schuld van het chemische ongeval. Salpeterzuur kan dampen afgeven die schadelijk zijn voor de gezondheid.