VN staken hulp aan Zuid-Darfur
De Verenigde Naties hebben hun humanitaire operaties in de Sudanese regio Zuid-Darfur opgeschort na de dood van twee hulpverleners van Save the Children.
De VN hebben dit maandag in Khartoem bekendgemaakt. De hulpverleners werden zondag in het gebied doodgeschoten. Een team van de Afrikaanse Unie (AU), die waarnemers in het gebied heeft, onderzoekt de beschieting.
In Darfur zijn twee rebellenbewegingen, een Arabische militie en het regeringsleger actief. De VN omschrijven de crisis als de ergste humanitaire ramp van dit moment. Naar schatting 70.000 mensen zijn door ziekte, honger en geweld omgekomen en internationale hulporganisaties verstrekken er voedsel en hulpgoederen aan bijna 2 miljoen mensen in nood. Save the Children heeft er een voedseldistributiecentrum en verscheidene medische hulpposten.
De twee slachtoffers zijn een medisch assistent en een monteur. Ze reden in een konvooi dat zondag door onbekenden onder vuur werd genomen. In oktober kwamen in het noorden van Darfur twee medewerkers van Save the Children bij een landmijnexplosie om het leven.
De vertegenwoordiging van de rebellen uit Darfur liep maandag weg van het vredesoverleg met de regering in het Nigeriaanse Abuja. Volgens de rebellen is verder praten zinloos nu het regeringsleger een nieuw offensief is begonnen. Pas als het leger belooft alle aanvallen te staken, willen de rebellen weer rond de onderhandelingstafel plaatsnemen, zei een van de afgevaardigden van de rebellen. De Sudanese regering wilde niet meteen reageren.