Israël boos op Palestijnse veiligheidsdiensten
Israël heeft de Palestijnse veiligheidsdiensten er maandag van beschuldigd niets te doen aan Palestijns geweld. De kritiek komt na de Palestijnse aanslag zondag in het zuiden van de Gazastrook, waardoor zeker vijf Israëliërs omkwamen.
Volgens minister Mofaz van Defensie „duidt niets erop" dat de Palestijnse veiligheidsdiensten aanslagen tegen Israël proberen te voorkomen. De radicale Palestijnse Hamas en de relatief onbekende ’Fatah Haviken’ eisten de aanslag, in een tunnel onder een militaire controlepost nabij de grens met Egypte, op.
De groeperingen verklaarden dat de aanslag een vergelding was voor de „moordaanslag" op de Palestijnse leider Yasser Arafat die op 11 november overleed. Palestijnse bronnen zeiden dat het een zelfmoordactie betrof waarbij 1500 kilo springstof zou zijn gebruikt.
Israëlische media suggereerden dat ook Hezbollah met de zelfmoordaanslag te maken had. Een anonieme bron rond premier Sharon stelde zelfs dat Iran en Syrië medeverantwoordelijk zijn.