Importprijzen stegen harder dan uitvoerprijzen
De prijzen voor de invoer van goederen en diensten zijn vorig jaar harder gestegen dan de prijzen van de export ervan. De verslechtering van deze zogenoemde ruilvoet was volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de grootste in elf jaar tijd. Het verschil drukte het handelssaldo vorig jaar met 2,1 miljard euro.
Als de invoerprijzen sterker stijgen dan de uitvoerprijzen dan houdt Nederland relatief minder over aan de internationale handel. Dat kwam vorig jaar vooral door de gestegen olie- en gasprijzen. Nederland importeert veel meer delfstoffen dan dat het uitvoert. Daarom had de prijsstijging een „groot negatief effect”, aldus het statistiekbureau
Naast olie en gas zorgde ook de prijsstijging voor metaal voor een verslechtering. De prijsontwikkeling van chemische producten en aardolieproducten dempte dit effect enigszins.
Evengoed sloeg de balans wat betreft het handelssaldo positief uit. Dat nam vorig jaar toe tot 94,8 miljard euro van 83,3 miljard euro een jaar eerder. De stijging kwam vooral door hogere handelsvolumes. Bij de export was hier sprake van een groei met 6,6 procent. Bij de import ging het om een plus met 5,1 procent.
De waarde van de export in Nederland ligt al jaren „beduidend hoger” dan die van de import. Een verslechtering van de ruilvoet betekent volgens het statistiekbureau daarmee niet per se dat het handelssaldo daalt.