Ontheemde Joden in DP-camp Landsberg vierden in 1946 Poerim in de openlucht
In de gevangenis van Landsberg, waar Adolf Hitler in 1924 ”Mein Kampf” schreef, bevonden zich in 1946 zo’n vijftienhonderd oorlogsmisdadigers. Op hetzelfde moment zaten in het ”ontheemdenkamp” in deze Duitse stad echter meer dan vijfduizend Joden opgesloten. Ze hadden de Holocaust overleefd en vierden in 1946 Poerim, het lotenfeest.
Hitler, de navolger van Haman, de Jodenhater uit het boek Esther, leefde weliswaar niet meer; maar de omstandigheden van deze Joodse overlevenden waren nog droevig.
Bij de instelling van het poerimfeest lezen we in Esther 9:22 over „de maand die hun veranderd was van droefenis in blijdschap…” Na de Bevrijding in 1945 werden alle Joden echter geconfronteerd met droefheid: het overgrote deel van hun familie was vermoord. Een deel van de overlevenden kon vrij snel teruggebracht worden naar het land waaruit ze waren gedeporteerd, maar voor meer dan een kwart miljoen Joden was dat niet mogelijk. Het ging vooral om Oost-Europese Joden die in getto’s hadden gewoond en die alles kwijt waren, terwijl het antisemitisme er nog sterk aanwezig was. In Polen had in 1946 zelfs weer een pogrom plaats.
De sterk getraumatiseerde Joden, die niet terug konden, werden ondergebracht in kampen. De Amerikanen bedachten er de naam DP-camp voor, waarbij DP stond voor displaced persons: ontheemden. Aanvankelijk waren hun leefomstandigheden nauwelijks beter dan in de nazikampen. Earl Harrison, die in de zomer van 1945 voor president Truman dertig van deze kampen inspecteerde, schreef in zijn rapport: „we appear to be treating the Jews as the Nazis treated them, except that we do not exterminate them” (we blijken de Joden net zo te behandelen als de nazi’s, met als enige verschil dat wij ze niet uitroeien).
Truman gaf het Harrisonrapport aan Eisenhower, die vanaf eind 1945 zorgde voor verbetering van de situatie in de kampen in de Amerikaanse zone. De meeste ontheemde Joden wilden naar Palestina. De aanbevelingen van Harrison zorgden voor veel wrijving tussen de VS en Groot-Brittannië. De Britten hadden met hun Witboek in 1939 de Balfourverklaring weggegooid, in de hoop op steun van de Arabische wereld. Ook na 1945 hielden ze tot het bittere einde de poorten van Palestina gesloten voor Joden. Truman besloot daarom voorrang te geven aan ontheemde Joden die naar de VS wilden.
Toen in 1952 de DP-camps sloten, waren er 80.000 ontheemde Joden naar de VS geëmigreerd, 20.000 naar Canada en Zuid-Afrika en 136.000 naar Israël (bron: USHM). Israël leverde als kleine nieuwe staat een ongekende prestatie, want ook vanuit de Arabische landen moest het in 1948 honderdduizenden Joodse vluchtelingen opvangen.
Geen einde
De Joden hebben hun redding van de vernietiging in het Perzische Rijk steeds gevierd. Koningin Esther en Mordechai schreven immers „dat de gedachtenis ervan geen einde nemen zou” (Esther 9:28). Hoe vierde men in DP-camp Landsberg voor het eerst na de Holocaust dit feest?
Dankzij Toby Blum-Dobkin weten we daar veel over. Blum interviewde in 1979 haar vader en andere overlevenden uit dit kamp. Het blijkt dat zij ondanks hun omstandigheden Poerim heel traditioneel feestelijk vierden. De figuur van Haman werd in de optocht vervangen door die van Hitler. Net als Haman ging Hitler ten onder en werd bespot.
Hoogtepunt van Poerim is de lezing van alle negen hoofdstukken van het Bijbelboek Esther. Die lezing wordt door orthodoxe Joden als een lofprijs aan God beschouwd, omdat Hij in het verborgen wonderen deed om Zijn volk te redden. Zo was het voor het oog van het geloof ook in 1946.
Een afwijking van de traditie was dat de lezing in Landsberg niet in een synagoge plaatsvond, maar in de open lucht. De in 1909 in het Poolse Przedecz geboren Reuven Jamnik las in kampkleding het boek Esther voor. Hij zou later emigreren naar Israël.
Farao
Voor een deel van de Joden ligt de toepassing van Poerim op de Holocaust moeilijk, want het verschil in aantal slachtoffers is enorm en het ingrijpen van God nog onzichtbaarder dan bij Esther. Maar wonderlijk genoeg zag Hitler zelf een verband. In een radiotoespraak op 30 januari 1944 merkte hij op dat mochten de nazi’s worden verslagen, de Joden dan voor de tweede keer triomfantelijk Poerim konden vieren.
Feit is dat het Joodse volk al vanaf de tijd dat Farao de baby’s in de Nijl liet gooien, behouden is gebleven, ondanks pogingen tot vernietiging. Ook de Schrift hebben de Joden niet losgelaten. In het DP-camp in Landsberg leerden zij weeskinderen om die te bestuderen en Hebreeuws te leren.
Ook deze woensdagavond begint het poerimfeest weer. Wereldwijd staan Joden er tot donderdagavond bij stil dat –onder anderen– Farao, Haman en Hitler er niet in zijn geslaagd hun volk definitief van de kaart te vegen.