Daarmee vervalt de mogelijkheid voor het kabinet om de toegang in de (nacht)horeca of de evenementenbranche te beperken tot mensen die zijn gevaccineerd tegen het coronavirus of een herstelbewijs kunnen laten zien.

De suggestie dat er in Nederland, net als in andere Europese landen, ooit een 2G-beleid van kracht zou worden, wezen premier Rutte en oud-zorgminister De Jonge gedurende de coronapandemie lange tijd van de hand. Gaandeweg 2021 werd hun toon echter minder stellig.

Het stelselmatig nee-zeggen tegen het aangescherpte toegangsbeleid werd onhoudbaar toen het Outbreak Management Team (OMT) eind september in zijn adviezen op de proppen kwam met rekensommen, waarin hoog werd opgegeven van de effectiviteit van het 2G-model. Ongevaccineerden toegang bieden op basis van een negatieve sneltest zou onbetrouwbaar zijn, aldus de experts. De kans dat zij toch virusdrager waren, zou twee keer zo groot zijn als bij mensen die waren gevaccineerd of hersteld.

Na fanatieke pleidooien vanuit D66, de VVD en de nachthoreca ging De Jonge eind november om. Hij wilde zijn 2G-wet onder stoom en kokend water invoeren, maar de Tweede Kamer vertrouwde het niet en vroeg om nader onderzoek. De ChristenUnie legde als kleinste coalitiepartij het alternatief van massale toegangstesten op tafel en op initiatief van GroenLinks vroeg de Kamer het kabinet de effectiviteit van 2G opnieuw te laten berekenen; nu niet voor de delta-, maar voor de omikronvariant. Die herberekening, uitgevoerd door onder andere de TU Delft, pakte negatief uit. Zelfs in de breedst mogelijke opzet zou 2G amper effectiever zijn dan 3G, waarbij ook een negatieve testuitslag toegang geeft, aldus het rapport.

De Kamerleden Van der Staaij (SGP) en Omtzigt gaven het laatste zetje. Hun eind januari ingediende motie om de 2G-wet in te trekken, werd op 10 februari met een krappe meerderheid van 77 stemmen voor en 73 tegen, aanvaard.