Meditatie: De tranen van Christus
Wanneer we een volwassene zien huilen, raakt ons dat. In bovenstaande tekstwoorden worden we geconfronteerd met de tranen van een man. De Man van smarten weent. Juist op een moment waarop we dat niet zouden verwachten. Want Hij wordt als Koning Jeruzalem binnengehaald.
Uitbundig worden Hem de nodige eer en hulde toegebracht. Maar Christus Zelf verkeert in een totaal andere stemming. Hij weent. Niet van vreugde, maar van verdriet. Hij ziet namelijk wat geen mens uit de jubelende menigte ziet. Christus weent. Het woord dat de evangelist Lukas gebruikt, wijst op een heftig, geëmotioneerd huilen. Het is niet alleen te zien, maar ook te horen.
Wat is nu precies de reden van Zijn grote verdriet? Jezus weent over de onbekeerlijkheid van de stad Jeruzalem en zijn inwoners. Hij weent hier alsof er een dode valt te betreuren. En zo is het ook. Jeruzalem ligt met al z’n godsdienstigheid als dood aan Zijn voeten; geestelijk dood in de zonden en de misdaden. En dat terwijl ze zo bevoorrecht zijn. Ze zijn immers Abrahams zaad, besneden en daardoor apart gezet van de andere volken. En hoe vaak hebben ze Zijn tekenen niet gezien en Zijn woorden gehoord? Op een andere plaats zegt de Heere Jezus dit ook: „Hoe menigmaal heb Ik u bijeen willen vergaderen, gelijk een hen haar kiekens, maar gij hebt niet gewild.”
Nu wordt Hij als Koning Jeruzalem binnengehaald. Maar over enkele dagen zal Hij de stad ook weer worden uitgeleid. Als een verworpene met het kruis op Zijn rug. Christus blijkt niet de Koning te zijn die men wil. En de gevolgen blijven niet uit. Jeruzalem zal in het jaar 70 worden verwoest. En dat terwijl Christus keer op keer Zijn handen genadig heeft uitgestrekt naar dit volk.
Christus doet onder tranen nog een laatste appel op Jeruzalem: „Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, wat tot uw vrede dient?” Met bewogenheid roept Hij tot het volk. Kom tot inkeer, tot bekering. Bedenk wat tot uw vrede dient. Dat is een buigen voor deze Koning en een onvoorwaardelijke overgave aan Hem. Dat brengt een vrede die alle verstand te boven gaat.
Ziet u de tranen van Christus? Hoort u Zijn stem tot u gericht? In de tranen en de woorden van Hem zien we liefde om te behouden. Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze, maar daarin dat hij zich bekere en leve. Deze tranen van Christus willen ons innerlijk breken. Vaak raakt verdriet ons meer dan boosheid. Een kind wordt eerder geraakt door tranen in moeders ogen dan door boze woorden. Zijn tranen willen onze harten voor het eerst of opnieuw door de werking van de Heilige Geest week maken. Niet zoals bij de dochters van Jeruzalem met hun tranen van medelijden, maar zo dat er tranen van een verbroken hart en een verslagen geest gaan vloeien. Tranen van verdriet over onze zonden, tranen ook van verwondering over zo veel zondaarsliefde. Zalig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden, enkel en alleen vanwege het volbrachte Middelaarswerk van deze wenende Christus. Laat ons toch geen rust hebben voor onze ziel, eer we die vrede tussen God en onze ziel, verworven door Christus, toegepast door de Heilige Geest, persoonlijk mogen kennen. Het is nog genadetijd!