Geen celstraf voor kapiteins bij olielozingen
Kapiteins hoeven voorlopig niet te vrezen voor celstraf als ze olie lozen. De Europese landen zijn het niet eens geworden over deze straf, door verzet van de zeevaartlanden Griekenland, Cyprus en Malta. Veel zeeschepen varen onder de vlaggen van deze landen.
De drie vonden het onaanvaardbaar dat Europese kapiteins in de cel zouden belanden en niet–Europese collega’s niet. De Europese landen gaan nu proberen om de celstraf te regelen in internationale scheepvaartverdragen, aldus een woordvoerder van huidig EU–voorzitter Nederland donderdag in Brussel.
De EU–landen hebben wel hogere boetes mogelijk gemaakt voor eigenaren van schepen die schuldig zijn aan een olielozing. De maximumboetes in EU–landen mogen nooit minder zijn dan 750.000 euro voor grote olievervuilingen en 150.000 voor kleine lozingen.
Het idee voor de strengere straffen ontstond na de scheepsramp met de olietanker Prestige (2003). De olie leidde tot zoveel vuile stranden en milieuschade, dat Europa harder wilde optreden. Eerder verboden ze al enkelwandige olietankers, die onveiliger zijn dan dubbelwandige.
De EU–landen werden het donderdag ook niet eens over een schadefonds voor olierampen. Griekenland, Cyprus en Malta lagen ook hier dwars. Ze verhinderden een EU–standpunt dat reders meer moeten betalen en vervoerders wat minder. De EU herziet komend voorjaar met vele landen het verdrag voor het fonds. Dat bevat ongeveer 1 miljard dollar.