Oekraïne uitzicht bieden op EU-lidmaatschap is niet geheel realistisch
Het was ongetwijfeld een sympathiek gebaar. Maar de uitspraak van Ursula von der Leyen die Oekraïne op termijn uitzicht op EU-lidmaatschap bood, is op zijn minst voorbarig. En in het slechtste geval olie op het vuur.
„Oekraïne is een van ons en we willen ze bij de Europese Unie”, verklaarde de voorzitter van de Europese Commissie, enkele dagen na het uitbreken van de oorlog met Rusland.
Dinsdag haakte de Oekraïense president Volodimir Zelenski daar gretig op in tijdens een videotoespraak tot het Europees Parlement. Hij smeekte de volksvertegenwoordigers te „bewijzen dat u achter ons staat.”
De EP-leden reageerden prompt met een staande ovatie. En even later met een niet-bindende resolutie waarin zij opriepen Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat te geven.
De Europese steunbetuigingen aan het adres van Kiev –en in het bijzonder aan de geteisterde Oekraïense bevolking– zijn in deze dramatische dagen alleszins terecht. EU-politici zouden zich echter moeten realiseren dat emotionele uitspraken niet altijd met evenveel realiteitszin gepaard gaan.
Het proces om lid van de Europese Unie te worden is ingewikkeld en vooral heel langdurig. De huidige kandidaat-lidstaten –Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije– kunnen daarover meepraten. Het kost vele jaren om aan de vereisten voor lidmaatschap te voldoen. En evenzoveel tijd om EU-regelgeving in nationale wetten te incorporeren. In het geval van Oekraïne zou dat weleens decennia kunnen duren.
Oekraïne staat op de lijst van Transparency International te boek als het tweede meest corrupte land in Europa. En op het gebied van de rechtsstaat en economische hervormingen heeft Kiev nog een lange weg te gaan. In 2008 blokkeerden België, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland om die reden nog de route naar EU-lidmaatschap voor Oekraïne.
En ook nu is het maar de vraag of de politieke wil in de Europese Unie voor uitbreiding wel echt aanwezig is. De Franse president Emmanuel Macron heeft bij herhaling benadrukt dat uitbreiding wat hem betreft nu niet aan de orde is. De unie moet volgens de huidige EU-voorzitter eerst maar eens adequaat reageren op bestaande lidstaten die het niet zo nauw nemen met regels rond de rechtsstaat, zoals Polen en Hongarije. Tevens zou Brussel meer werk van een gecoördineerd buitenlands beleid moeten maken.
Zo bezien is de uitlating van Von der Leyen weliswaar een belangrijk politiek signaal. Maar ze kan ook de indruk wekken dat Brussel Kiev slechts een worst voorhoudt die op termijn alleen maar tot bitterheid en teleurstelling leidt.
Bovendien is een van de belangrijkste doelstellingen van Poetin dat Oekraïne de blik niet nog meer naar het Westen richt. Nu hoeft deze Russische president onder de huidige omstandigheden bepaald niet tegemoet gekomen te worden. Onrealistische opmerkingen kunnen echter ook onnodig olie op het vuur gooien.