Het juiste pak bij de juiste man
De keus is groot, in het Depot Ceremoniële Tenuen van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Marechaussee in Rijswijk. Maar iene, miene, mutte is er niet bij voor de fuseliers: zij weten van tevoren precies welk uniform ze krijgen aangemeten voor de uitvaart van prins Bernhard.
De mannen van het 17e pantserinfanteriebataljon uit Oirschot staan zaterdag in erewacht aan de Markt in Delft. Hun ceremoniële kledij bestaat uit een felrode jas en een donkere broek met rode bies. Het is passen en meten tussen de kasten in het depot. Meer dan 1000 uniformen en een keur aan petten, helmen, rozetten, sjerpen, tressen, sabels en andere accessoires hangen, staan en liggen opgeslagen in Rijswijk.
Na de Gele Rijders is een buslading fuseliers aan de beurt om te passen. Broek uit, broek aan, jas aan, even trekken aan de mouwen, een blik naar achteren voor de lengte van de broek. Sommigen hebben niet meer nodig dan dat, anderen moeten twee, drie keer terug voordat ze een passend ensemble hebben gevonden.
Het moet uiteindelijk allemaal passen, want een broek korter maken is er niet bij. Mouwen verlengen en schouders innemen kan ook niet, want dan zitten de strepen niet meer op de goede plek. Na het passen gaan de broek en de jas voorzien van een nummer op een hanger.
Het uniform mag niet mee naar huis, „om te voorkomen dat het smerig is voordat het gebruikt moet worden”, legt J. Riesthuis, hoofd Depot Ceremoniële Tenuen uit. Alles moet netjes, alles moet kloppen. „De hele wereld kijkt naar je. De Koningin heeft er trouwens ook een hele goede kijk op”, weet Riesthuis.
Van de sjieke pakken die in Rijswijk hangen, worden die van de marechaussee het meest gebruikt. Voor bijna elk ’wissewasje’ buiten de dagelijkse gang van zaken worden marechaussees in het pak gehesen. Ingewikkeld en weinig gebruikt zijn de donkerblauwe uitrustingen met goudkleurige versieringen van de Gele Rijders. Behalve bij vorstelijke uitvaarten en bruiloften is ceremonieel tenue te zien op onder meer Prinsjesdag en wanneer ambassadeurs hun geloofsbrieven aan de Koningin aanbieden.