Ons kent ons in Europese zuivelwereld
Het draait om miljarden euro’s aan omzet en nog meer kilogrammen melk. Ondanks de grootte is de Europese zuivelsector een wereld van ons kent ons.
„Het is onmogelijk om elkaar niet tegen te komen”, stelt Campina-topman Tiny Sanders. Het samengaan van ’zijn’ Campina met het Deens-Zweedse Arla lijkt de opmaat voor meer fusiegeweld. „Maar niet van onze kant. Met dit plan zijn we nog jaren zoet.”
Sanders ontmoette de Denen in april. De Nederlandse zuivelcoöperatie mag dan qua omzet (3,7 miljard euro) wereldwijd op nummer 15 staan, een gewilde partner is ze. Evenals Royal Friesland Foods trouwens, dat met een omzet van 4,4 miljard euro de twaalfde plaats op de ranglijst inneemt. Beide zuivelreuzen zijn efficiënt georganiseerd, financieel gezond en hebben interessante marktposities.
Chauvinistisch geredeneerd zou een samengaan van de twee Nederlandse zuivelcoöperaties aantrekkelijker zijn. Sanders: „Inderdaad, ook Friesland kwam ik tegen, op het vliegveld toen ik op weg was naar het hoofdkantoor van Arla. De manager van dat concern vroeg me: Wat moet jij in Kopenhagen doen?” Over Friesland als mogelijke partner is hij kort. „Kartelrechtelijk kan het niet en als ik naar de cultuurverschillen tussen ons kijk, wil ik het niet.”
Het wordt dus een huwelijk tussen Arla en Campina, samen goed voor 10 miljard euro aan omzet. Op de zuivelranglijst betekent dat een tweede plaats, na Nestlé. Heel verrassend is de woensdag aangekondigde stap niet. De eerste man van Campina maakte er eerder dit jaar geen geheim van: consolidatie op de Europese markt is onafwendbaar.
Het belangrijkste doel van een zuivelcoöperatie is het genereren van een zo hoog mogelijke melkprijs voor de als leden aangesloten melkveehouders. En daar zit ’m de pijn. Brussel bouwt de melksubsidies stapsgewijs af, terwijl er een veel geringere inkomenssteun voor boeren voor in de plaats komt. Daarnaast zet de supermarktoorlog de opbrengstprijzen nog verder onder druk. En in het algemeen geldt de liberalisering van de wereldhandel als een bedreiging voor de zuivelsector.
Schaalvoordelen en kostenbesparingen zijn het antwoord op deze gevaren, zo redeneert de zuivelsector. Op het gebied van verpakkingen bijvoorbeeld. En onderhandelen over marges met steeds veeleisender supermarktconcerns is voor een bijna-marktleider -alleen het Zwitserse Nestlé is groter- nu eenmaal eenvoudiger dan voor een speler op nummer 15. Meer fusies en overnames in de zuivelsector liggen voor de hand. Dat is een kwestie van wie wie tegenkomt. „Iedereen praat met iedereen”, aldus Sanders. Campina Arla -zoals het fusieconcern gaat heten- laat nieuwe ’vrijages’ even voor wat ze zijn. „Met deze fusie zijn we nog jaren zoet.”
Sanders meldde woensdag dat „een aantal” van de in totaal 86 productielocaties zal worden gesloten. Ook zijn er arbeidsplaatsen in het geding, al zal dat aantal in Nederland „buitengewoon gering” zijn. Door de synergievoordelen en de kostenbesparingen denkt Campina Arla 1,5 cent meer per kilogram melk uit te kunnen betalen dan Europese concurrenten. De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) was er woensdag als de kippen bij om al te hoge verwachtingen te temperen. NMV-voorzitter Peter ten Hoeve: „Het verleden heeft bewezen dat fusies niet leiden tot een hogere prijs.”
Sanders, die als de leden de fusieplannen volgend voorjaar goedkeuren topman zal worden van Campina Arla, denkt ook met verdere uitbouw van activiteiten het nodige geld in het laatje te brengen. Ontwikkeling van nieuwe producten wordt een speerpunt. Sanders ziet kansen voor hoogwaardige, van melk gemaakte ingrediënten, bijvoorbeeld voor medicijnfabrikanten. Campina investeert 50 miljoen euro in een fabriek in Veghel die dit soort ingrediënten produceert. Verder richt het fusieconcern zijn pijlen op Azië omdat daar de groeimarkten gloren.
De toekomst zal leren of Sanders’ plan om met de Denen in zee te gaan, werkt. Lang niet alle zuivelfusies verlopen zonder pijn, integendeel. Het is de vraag of de „fusie op basis van gelijkwaardigheid” achteraf toch niet als overname door de Denen zal worden bestempeld. Campina mag in Nederland groot zijn -een nummer 1-positie in het supermarktschap- en internationaal succesvol aan de weg timmeren, de zuivelcoöperatie is simpelweg de kleinste speler in het te sluiten huwelijk. De huidige Campina-topman wil van geen gesomber horen. „Waarom heeft Arla voor ons gekozen? Omdat die coöperatie met aandacht naar ons keek. Onze kennis op het gebied van ingrediënten is groot, onze innovaties in gezondheidsproducten en desserts roepen bewondering op.” Complimenten gingen woensdag ook naar de Denen. Met de eerste liefde zit het in ieder geval wel goed.