Meditatie: Onreinheid
De Schriftgeleerden, die zich nogal druk maakten over allerlei vormen en gewoonten die in hun ogen verkeerd waren en een mens onrein maakten, worden door de Heere Jezus gewezen op zaken die een mens echt onrein maken: alles wat uit ons hart voortkomt.
Hij noemt dan bijvoorbeeld overspel en hoererij. Ja, als er iemand ontdekkend preekt, dan is Hij dat wel. Hij heeft het niet over het hart van sommigen, maar over ons aller hart. Hij wil dat wij persoonlijk gaan ontdekken dat Hij ook in dit opzicht zuiver de waarheid spreekt.
In ons boze hart, mijn beste orthodoxe vriend, leeft overspel. In ons boze hart, mijn beste rechtzinnige collega, heerst hoererij. In het hart van onze lieve reformatorische jeugd leven de lusten van het vlees en in het hart van de docent die zich daar zorgen over maakt ook. Het is wel erg dat ook velen van onze jonge mensen met elkaar naar bed gaan, maar het is wel overeenkomstig onze natuur. Het is wel vreselijk als ambtsdragers en kerkgangers porno kijken, maar het is wel een teken dat de Heere Jezus groot gelijk heeft.
Jezus’ woorden bedoelen te shockeren, te waarschuwen. Te waarschuwen voor de gevolgen. De gevolgen duren wel wat langer dan een enkele minuut van vleselijk genot. De gevolgen zijn de eeuwige toorn van God in een onuitblusselijk vuur. God haat de onreinheid. God haat de boze natuur van de mens. God haat overspel en hoererij. En vooral zij die elke zondag de wet van God horen zullen een dubbele straf ondergaan.
Is dat Jezus’ enige doel, vrome mensen shockeren? O nee, Hij heeft een heel ander doel voor ogen. Dit namelijk, dat een gedoopt mens de zaligheid en de reiniging buiten zichzelf gaat zoeken. Waar dan? Bij Hem en bij Hem alleen. Hij richt Zich in deze waarschuwende woorden ook tot de discipelen. En Zijn leerlingen op de school van de Heilige Geest worden op deze manier onderwezen in de noodzaak van bekering, van vergeving, van heiliging, van vernieuwing. Door Woord en Geest wordt het bidden voor de vorm om een nieuw hart, een bidden in het besef van de noodzaak van een nieuw hart. Noodzakelijk opdat we niet eeuwig verloren gaan. Maar vooral noodzakelijk opdat we aan het doel gaan beantwoorden waartoe de Heere ons eigenlijk gemaakt heeft. Niet om voor onszelf te leven, maar voor Hem!
Om dat bij een afkerig mens te bereiken, stort Hij Zijn liefde uit in het hart en gaan we er iets van zien hoe goed, geduldig en verdraagzaam God is. Dat we vanwege onze zonde nog niet in de hel liggen, daarmee bewijst Hij dat Hij geen lust heeft in onze dood. In het licht van Gods heiligheid gaat Jesaja zijn onreinheid zien. In het licht van Gods vergevende liefde gaan we onze onreinheid betreuren en belijden. In het licht van Jezus’ zondaarsliefde, Die voor onreinen de dood wilde ingaan, gaan we onze vuilheid belijden en gaat de Geest die bestrijden. Dan knielen we naast David voor God neer en bidden: „Herschep mijn hart en reinig Gij, o Heer’, die vuile bron van al mijn wanbedrijven; vernieuw in mij een vaste geest, en leer mij aan Uw dienst oprecht verbonden blijven.” Bekeer je, zondaar, zodat je straks niet naakt en vuil voor een heilig God zult verschijnen. In Jezus’ Naam.