Het is woensdagmorgen, 06.23 uur. Dingemanse parkeert z’n auto en haast zich naar de ingang van het Calvijn College in Goes. Het is donker en nat. „Snel naar binnen, buiten is er niets aan”, zegt hij. Hij beent naar z’n kantoor en doet het licht aan. „Hier hebben we zonlicht. Dan ben ik meteen goed wakker”, lacht de roostermaker vrolijk. Hij neemt plaats achter zijn bureau. „Vanaf halfzeven kunnen collega’s zich ziek melden”, legt Dingemanse uit, die meestal in de vroege ochtend thuiswerkt.

Hij start z’n computer op, opent zijn mailbox en de roosterbestanden van alle locaties. „Het is elke dag een verrassing wat er komt. Zeker in coronatijd. In totaal zijn er bijna 250 lesgevende collega’s die me kunnen bellen.”

Dingemanse klikt een mailtje open. „Deze collega heeft waarschijnlijk corona en meldt zich af.” Binnensmonds leest hij voor: „Ik heb klachten. De zelftest is negatief, maar de klachten verergeren richting de avond. Dus ik vertrouw het niet.” Een paar snelle klikken met de muis en de roostermaker heeft het rooster van locatie Goes-Klein Frankrijk voor z’n neus. „Even kijken welke klassen zij vandaag les zou geven. Bij deze groep ontstaat een tussenuur. Misschien kan ik het eerste of zesde uur naar dit gat verzetten. Ik heb ook waarnemers die ik in kan zetten, maar op dit moment geldt daarvoor: op is op. De afgelopen drie weken waren er elke dag dertig tot veertig docenten afwezig. Voor corona waren dat er gemiddeld tien”, vertelt Dingemanse.

Ondertussen puzzelt hij verder. „Bij deze klas vervalt het eerste uur. Ik ga de leerlingen een sms sturen, zodat ze ervan op de hoogte zijn. Kunnen ze lekker nog even in hun bed blijven”, grinnikt hij. Hij selecteert de juiste klas en typt een sms’je. „Voor zeven uur probeer ik altijd het aangepaste rooster te publiceren. Onze leerlingen komen vanuit de hele provincie en sommigen hebben een lange reistijd.”

Topdrukte

Er komen nog geen andere meldingen binnen. Dat is op maandag wel anders, geeft Dingemanse aan. „Dan is het vaak topdrukte en bellen er tien tot vijftien docenten. Dan zit ik soms tot acht uur te puzzelen.” Gestrest raakt Dingemanse nooit. „Je moet niet in paniek raken, anders neem je verkeerde beslissingen. Er zijn ergere dingen dan dat iemand voor niets een uurtje te vroeg naar school komt. Al probeer ik de organisatie natuurlijk zo gesmeerd mogelijk te laten lopen, zodat collega’s hun werk goed kunnen doen en leerlingen niet te veel tussenuren hebben.”

Versoepelen

De telefoon blijft geruststellend stil. „Lekker hoor, dat geeft niets”, zegt hij. „Het kabinet gaat versoepelen, omdat we de piek gehad hebben, maar dat is hier op school ook duidelijk te zien.” Tegen zevenen gaat Dingemanse richting de personeelskamer om een kopje koffie te halen. Hij knipt het licht aan. „Kijk, daar hebben we de zelftestenpiramide”, zegt hij met een lach, wijzend op een hoog opgestapeld bouwwerk van doosjes met zelftesten. „De leerlingen pakken die voor ons uit, dus dan krijg je zoiets.”

„Rond elf uur begint er eenzelfde rondje voor de volgende dag”, vertelt hij. „Voor twaalf uur geven docenten het door als ze de volgende dag afwezig zijn. De coronaperiode is heel anders dan daarvoor. Als je iemand mist door corona, is diegene acht dagen afwezig. Gelukkig gaan we terug naar vijf dagen quarantaine. Dan zie ik de collega’s sneller terug.” De roostermaker geniet van het contact dat hij met de andere werknemers heeft. „De een belt ’s ochtends omdat hij vader is geworden, een ander omdat hij ’s nachts waakte aan een sterfbed. Ik weet veel van de collega’s en kan met hen meeleven. Dat maakt mijn vak mooi.”

Drie tussenuren

Ondertussen klikt Dingemanse nieuwe schermen open. „Eens kijken wat er bekend is over morgen. In klas 1 tot en met 3 vallen er zo’n dertig lessen uit. De bovenbouw is ook al aardig rood. Deze klas heeft drie tussenuren, dat is geen optie. Dan gaan ze klieren of de stad in, wat eigenlijk niet mag.”

Dingemanse klikt wat heen en weer en vult diverse gaten op. „In coronatijd is het elke dag spannend. Ook met toetsroosters. Havo 4 en 5 en vwo 4, 5 en 6 hadden toetsweek. De eerste dag waren er 98 leerlingen afwezig! Normaal duurt een inhaalronde een dag, maar nu vijf complete dagen. Bovendien komt er nog een inhaalronde van de inhaalronde”, zegt hij. „Sommige docenten zeggen tegen me dat ze niet met me zouden willen ruilen. Dat is wederzijds. Ieder z’n vak.”