Die omzet ging met zo’n 19 procent omhoog naar 816 miljoen euro. Dat is nog altijd maar iets meer dan de helft van wat er in 2019, voor de coronacrisis dus, binnenkwam. Tegelijkertijd sneed Schiphol in de kosten, onder meer door het personeelsbestand in te krimpen. Ook kreeg Schiphol 84 miljoen euro aan NOW-subsidies voor het behoud van overige arbeidsplaatsen.

Het onderliggend nettoverlies kwam uit op 287 miljoen euro, tegen een min van 521 miljoen euro een jaar eerder. Dat werd veroorzaakt door de luchtvaarttak, want Schiphol Commercial maakte wel winst. Dat is de tak die zich bezighoudt met bijvoorbeeld de verhuur van winkelruimtes op het vliegveld, maar ook het vastgoed beheert. De verliezen vielen voor het grootste deel in de eerste helft van het jaar toen het aantal vluchten door coronabeperkingen nog lager lag.

Door een aantal meevallers, zoals een herwaardering van het belang in de Franse luchthavens van ADP en het eigen vastgoed en het verkrijgen van de NOW-subsidies, kwam Schiphol onder de streep op winst uit. Er bleef op papier 104 miljoen euro over.

Voor dit jaar rekent Schiphol op meer passagiers, maar houdt een flinke slag om de arm. De luchthaven verwacht tussen de 39 miljoen en 60 miljoen reizigers. Om geen operationeel verlies meer te leiden moeten dat er om en nabij de 50 miljoen worden. Pas in 2024 denkt Schiphol weer op het niveau van voor corona te komen qua vluchten en passagiers.

Of dat ook daadwerkelijk kan, hangt deels af van de milieuvergunning die Schiphol moet krijgen. Of die de ruimte biedt om naar 500.000 vliegbewegingen te groeien, is nog de vraag. Eerder waren er berichten dat de overheid bang was dat dit door de stikstofproblematiek helemaal niet kan. Schiphol-topman Dick Benschop wil daar niet op vooruitlopen. „We doen intern berekeningen wat allerlei scenario’s betekenen, maar dat hangt uiteraard af van wat voor vergunning we krijgen.”