OVV: Nederland slecht voorbereid op pandemie
Nederland was niet goed voorbereid op een langdurige, landelijke gezondheidscrisis. En te weinig aandacht voor kwetsbare ouderen in verpleeghuizen leidde tot een stille ramp.
Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een woensdag gepresenteerd rapport over de eerste zes maanden van de coronacrisis.
Hoewel er door veel mensen „ongelooflijk hard is gewerkt”, bleken de crisisstructuur en -communicatie volgens de raad onvoldoende. „Het was niet altijd duidelijk: waar worden de besluiten genomen en wie heeft de leiding”, zei OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem woensdag tijdens de perspresentatie. Volgens de raad waren betrokkenen alleen voorbereid op regionale en relatief kleine uitbraken en niet op een landelijke crisis.
De OVV legt er daarnaast de vinger bij dat het Outbreak Management Team (OMT) en het kabinet vooral oog hadden voor het bestrijden van het coronavirus en onvoldoende rekening hielden met de maatschappelijke gevolgen van het beleid. Die waren „ondergeschikt aan het onder controle krijgen van het virus.”
Ondermijnd
Dat het perspectief van virusbestrijding dominant bleef, komt volgens de OVV onder meer doordat RIVM-baas Jaap van Dissel „in vrijwel alle crisisteams aanwezig was.” Dat maakte het moeilijker voor adviseurs en besluitvormers om breder te kijken dan het thema infectieziekten. Ook laakt de raad de openlijke twijfel van Van Dissel aan het nut van mondkapjes. Daardoor heeft de RIVM-baas het vertrouwen van de bevolking in het coronabeleid van de overheid „ondermijnd.”
Het rapport besteedt speciale aandacht aan verpleeghuizen. Zo concludeert de raad dat de overheid te weinig aandacht had voor de bescherming van kwetsbare ouderen. Volgens de OVV kwamen geluiden vanuit verpleeg- en verzorgingsinstellingen „onvoldoende” door. Met het gevolg dat beschermingsmiddelen vooral voor de acute zorg beschikbaar waren en niet voor de verpleeghuiszorg.
Het bezoekverbod had een „grote sociale en psychische impact”, aldus de OVV. Dijsselbloem sprak woensdag van een „zeer schrijnende” situatie. „De prioriteit is nadrukkelijk niet gegaan naar verpleeghuizen. De verpleeghuiszorg heeft echt moeten knokken om gehoord te worden.”
Het rapport geeft een goede analyse van de situatie in verpleeghuizen, reageert Cees Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde en lid van het OMT. Tegelijkertijd tekent hij aan dat het zich beperkt tot de eerste golf en dat een deel van de aanbevelingen al in praktijk is gebracht. „Inmiddels is een goede samenwerking binnen het OMT gerealiseerd en de samenwerking ín de keten sterk verbeterd.”
De OVV concludeert dat de pandemie een spanningsveld heeft blootgelegd tussen medisch handelen en bredere aandacht voor welzijn. Een conclusie die Hertogh deelt. „Beide perspectieven zijn nodig om te voorzien in de behoeften van kwetsbare en zorgbehoevende ouderen.”
Context
Volgens toenmalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge brengt het rapport de context van de crisis niet goed in beeld. Zo werden volgens hem algemene maatregelen ook genomen om kwetsbaren in verpleeghuizen te beschermen. „Dat werpt een ander licht op de conclusie dat verpleeghuizen onvoldoende aandacht kregen.”