Barghouti is geen Palestijnse Mandela
Na de dood van Yasser Arafat leken de gelederen aan de Palestijnse politieke top zich te hebben gesloten. Inmiddels is van die eensgezindheid bitter weinig over. Nu Marwan Barghouti zich kandidaat heeft gesteld voor de presidentsverkiezingen van januari, dreigt zelfs een openlijke scheuring in de Fatah-beweging.
Voor veel Palestijnen was Marwan Barghouti een onbekende. Tot september 2000. Toen leidde hij plotseling op de Westelijke Jordaanoever talloze protestmarsen naar Israëlische controleposten en hield hij opruiende toespraken in de straten van Ramallah, Jenin en Nablus. Algemeen wordt hij als een van de belangrijkste inspirators van de tweede Palestijnse opstand gezien. Zijn leiderschap tijdens de intifada probeert hij nu te verzilveren door mee te doen aan de presidentsverkiezingen van 9 januari.
Praktisch gezien zal dat voor Barghouti niet meevallen. De Palestijnse leider zit momenteel namelijk een gevangenisstraf van vijf keer levenslang uit. Een Israëlische rechter veroordeelde hem in juni wegens betrokkenheid bij een aantal hinderlagen, waarbij in totaal vijf mensen om het leven kwamen. Vermoedelijk heeft Barghouti echter nog veel meer mensenlevens op zijn geweten. De militante al-Aqsa Martelaren Brigades, die voor een lange reeks bloedige aanslagen verantwoordelijk is, riepen Barghouti twee jaar geleden tot hun leider uit.
Het is overigens niet de eerste keer dat Marwan Barghouti de gevangenis vanbinnen ziet. Hij werd eerder veroordeeld voor zijn rol in het organiseren van de eerste Palestijnse intifada, die in 1987 begon. Terwijl Arafat en zijn trawanten de wijk naar Tunis namen, werd Barghouti de grens met Jordanië overgezet. Tijdens de onderhandelingen over de Oslo-akkoorden, begin jaren ’90, kreeg de Fatah-leider toestemming naar de Westoever terug te keren.
In tegenstelling tot veel andere intifada-leiders van het eerste uur, wist Barghouti snel op te klimmen in de rangen van het Palestijnse gezag. In 1996 werd hij met overweldigende meerderheid in de Palestijnse Wetgevende Raad gekozen. Desondanks staat hij bekend om zijn scherpe kritiek op de Palestijnse Autoriteit. Hoewel hijzelf geweld bepaald niet schuwde, lanceerde hij een campagne tegen schendingen van de mensenrechten door Arafats veiligheidsdiensten en sprak hij zich uit tegen corruptie onder de Palestijnse machthebbers.
„Marwan Barghouti is altijd meer met de man in de straat dan met het Palestijnse leiderschap geassocieerd”, zegt Abdel Bari Atwan, hoofdredacteur van de invloedrijke pan-Arabische krant al-Quds. „In veel Palestijnse huizen prijkt zijn portret en niet dat van Arafats gedoodverfde opvolger Mahmud Abbas of van premier Ahmed Qurei.”
Abbas lijkt dat ook terdege te beseffen. Deze week dreigde zijn Fatah-beweging al Barghouti diens Fatah-lidmaatschap te ontnemen als hij zijn kandidatuur voor het presidentschap niet intrekt. Aanvankelijk had Barghouti ook verklaard dat hij niet aan de verkiezingen zou deelnemen. Onder druk van zijn aanhangers heeft hij nu toch besloten de strijd om het leiderschap aan te gaan. Daarmee dreigt een scheuring in de Fatah-beweging.
Het zal overigens voor Barghouti geen gemakkelijke strijd worden. Weliswaar is hij mateloos populair, met name onder jongeren en arme Palestijnen, maar hij moet campagne voeren vanuit zijn cel. Bovendien moet hij het opnemen tegen het machtige propaganda-apparaat van Fatah en de Palestijnse Autoriteit.
Israël heeft al herhaaldelijk laten weten dat het er niet over piekert de Fatah-activist op vrije voeten te stellen. Of Jeruzalem zich ook daadwerkelijk aan die uitspraak zal houden, is de vraag. Ook in het verleden hebben beruchte gevangenen -soms noodgedwongen- de gevangenis verlaten. Wellicht het bekendste voorbeeld is de later geliquideerde Hamas-leider Ahmed Yassin.
Qua politieke ideeën staan Abbas en Barghouti niet ver van elkaar. Beiden zijn voorstander van vredesbesprekingen met Israël. Maar waar Abbas vooral inzet op onderhandelingen en internationale diplomatieke druk, wil Barghouti gesprekken met een voortzetting van de intifada combineren. „Geen onderhandelingen zonder verzet en geen verzet zonder onderhandelingen”, is zijn devies.
Avinoam Bar-Yosef, directeur-generaal van het Joodse Volk Beleidsplanning Instituut, schreef deze week in de linksgeoriënteerde krant Ha’aretz dat Israël „alvast moet onderzoeken of er een basis is voor gesprekken met Barghouti.” Volgens Bar-Yosef is Barghouti „de enige in de arena die de potentie heeft een Palestijnse Mandela te worden.” Afgezien van het feit dat beiden in de gevangenis hebben gezeten, gaat die vergelijking wel erg mank. In elk geval heeft Marwan Barghouti er nooit blijk van gegeven over dezelfde verzoeningsgezindheid als de Zuid-Afrikaanse oud-president te beschikken.