„We hebben alles geprobeerd, van dreigementen tot lokmiddelen, maar het heeft allemaal tot niets geleid.” Volgens Danforth zijn alle betrokken partijen, de Sudanese regering, de door hen gesteunde Arabische milities en de rebellengroepen, schuldig aan de humanitaire ramp in de regio in het westen van Sudan. „Ze ondertekenen akkoorden die klaarblijkelijk niets voor hen betekenen.”

Danforth, die binnenkort afscheid neemt, kwam met zijn kritiek na een korte bijeenkomst van de VN-Veiligheidsraad in New York. VN-ondersecretaris-generaal Kieran Prendergast presenteerde daar de jongste rapportage over de situatie in Darfur. Daarin staat dat de chaos in de door geweld geteisterde regio steeds groter wordt.

In het rapport staat verder dat er steeds meer aanwijzingen zijn dat Khartoem gewoon doorgaat met het verstrekken van wapens aan de Janjaweed-milities. De Sudanese regering heeft meerdere keren toegezegd dat ze de milities juist zal ontwapenen.

De grote westelijke rebellengroepen JEM en SLA, met strijders uit de zwarte lokale boerenbevolking, namen in de eerste maanden van 2003 de wapens op tegen het Sudanese leger, omdat de regering in Khartoem de regio zou negeren. Met inzet van de Arabische milities drukte het bewind in Khartoem het verzet vervolgens met harde hand de kop in. Sinds het begin van de opstand zijn in Darfur ongeveer 70.000 mensen omgekomen. Zeker een miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. De meesten van hen zitten in vluchtelingenkampen die bedreigd worden door de Janjaweed.