Lokale bronnen in de noordelijke plaats Atmeh melden aan persbureau Reuters dat een met al-Qaeda verbonden jihadist vermoedelijk het doelwit was van de Amerikanen. Die bevond zich naar verluidt bij zijn familie. Inwoners zeggen dat de operatie rond middernacht is uitgevoerd in het dichtbevolkte gebied bij de grens met Turkije. Daar bevinden zich veel vluchtelingen.

De commando’s arriveerden volgens The New York Times in helikopters. Ze omsingelden een huis, waarna vrouwen en kinderen via luidsprekers werden opgeroepen te vertrekken. Na ongeveer twee uur ontstond een zwaar gevecht waarbij de Amerikanen ook met explosieven zijn bestookt, schrijft de krant onder meer op basis van getuigen en sociale media.

Een van de helikopters zou tijdens de operatie technische problemen hebben gekregen. Het toestel moest aan de grond worden gezet en zou later zijn verwoest door een Amerikaanse luchtaanval. De speciale eenheden vertrokken uiteindelijk in de overgebleven helikopters.

Er vielen mogelijk ook burgerslachtoffers. Uit videobeelden kan naar verluidt worden opgemaakt dat zeker negen lichamen uit het zwaar beschadigde huis worden gehaald. Een hoge Amerikaanse legerfunctionaris zegt tegen The New York Times dat de Amerikaanse troepen niet verantwoordelijk waren voor een explosie in het gebouw.

De VS komen vaker met speciale eenheden in actie in Syrië. Zo vond in 2019 IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi de dood toen Amerikaanse commandotroepen zijn schuilplaats aanvielen. Het is onduidelijk wie dit keer het doelwit was, maar het gaat mogelijk om een belangrijk figuur binnen terreurorganisatie al-Qaeda.