Verbod radardetector blijft na proefproces
De radardetector, een apparaat dat radarsnelheidscontroles meldt aan de te snel rijdende automobilist en zo een boete voorkomt, blijft verboden in Nederland. Dat bleek maandag uit een uitspraak van de rechtbank in Amsterdam.
De rechtbank oordeelde dat een redacteur van het autoblad Autovisie strafbaar is en een boete van 250 euro moet betalen omdat hij een radarverklikker in zijn auto had.
De redacteur was een proefproces begonnen tegen het radardetectorverbod, dat begin dit jaar in werking is getreden. Hij had zichtbaar achter de voorruit een radardetector geplaatst en een boete uitgelokt.
Volgens de redacteur heeft de overheid niet aangetoond dat het gebruik van een detector leidt tot een hogere snelheid. Ook is het niet verboden een flitser langs de weg van de display van de autoradio af te lezen of met het blote oog op te merken en het rijgedrag aan te passen, stelde de verdediging. „Het verbod op de radardetector is in strijd met de vrijheid om signalen te ontvangen”, aldus advocaat E. Kuiters.
Volgens de rechtbank gaat een vergelijking met radio en andere communicatiemiddelen niet op. „Een radarsignaal dat bij snelheidscontroles wordt uitgezonden, dient slechts als technisch opsporingsmiddel en is niet bestemd voor de uitwisseling van informatie”, oordeelde de rechtbank.
De verdediging voerde ook nog aan dat het type radardetector dat de redacteur in zijn auto had, is goedgekeurd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Volgens de rechter gaat dit argument niet op. „Dat een apparaat voldoet aan de gestelde technische eisen staat een verbod op het gebruik ervan in de auto niet in de weg.”
Het Bureau Verkeershandhaving van het openbaar ministerie schat dat er momenteel in Nederland 70.000 auto’s rondrijden met een radarverklikker. De politie beschikt over speciale apparatuur om detectors in auto’s op te sporen. Sinds augustus zijn er echter illegale nieuwe radardetectors op de markt die de politie niet meer kan zien.