Draghi maakt goede kans om president van Italië te worden
De volgende Italiaanse staatspresident is níet Silvio Berlusconi. Dat is de enige zekerheid aan het begin van de presidentsverkiezingen, die maandag in Rome zijn begonnen.
Na 28 jaar is het doek voor Silvio Berlusconi gevallen. Dit weekend maakte hij bekend zich niet kandidaat te stellen als president van Italië. De voormalige premier, die in 1994 in de politiek ging, liet zaterdag een verklaring voorlezen, waarin staat dat hij zich niet kandidaat stelt om „controverse rond mijn naam te vermijden.”
Tien dagen eerder hadden de gezamenlijke centrumrechtse partijen hem nog naar voren geschoven. In de tussentijd werd echter duidelijk dat hij niet over voldoende steun beschikt. Daarmee komt een einde aan de politieke aspiraties van Berlusconi, die zondag ook nog eens voor controle in het ziekenhuis werd opgenomen. Berlusconi is nog wel Europarlementariër en voert een eigen politieke partij aan. Die trekt echter al jaren niet meer dan 10 procent van het electoraat.
Met de 85-jarige Berlusconi af door de zijdeur is het gevecht om het eerste staatsambt van Italië losgebarsten. Deze functie is vacant doordat er een einde komt aan de zevenjarige ambtsperiode van Sergio Mattarella (80).
Opdringen
De keus voor de nieuwe Italiaanse president vindt plaats in het Huis van Afgevaardigden. De kiezers bestaan uit ruim duizend parlementariërs en regionale vertegenwoordigers. Er worden een of twee stemmingen per dag gehouden. Voor de eerste drie stemronden is een tweederdemeerderheid nodig, vanaf de vierde stemming (vermoedelijk woensdag) heeft een kandidaat voldoende aan de meerderheid.
Al weken wordt er over de stemming gekwartet. Centrumlinks en centrumrechts, de twee belangrijkste politieke blokken, zijn het niet eens over een naam. Geen van de blokken kan een kandidaat opdringen, omdat geen van beide over de meerderheid beschikt.
De afgelopen weken zijn tientallen namen de revue gepasseerd, waaronder die van de gematigde ex-premier Paolo Gentiloni en de rooms-katholieke politicus Andrea Riccardi, in de hoop dat ze beide richtingen zouden aanspreken. Het is echter onwaarschijnlijk dat het een van hen wordt.
Wel is het duidelijk dat de nieuwe president van gematigde snit zal zijn. Al zestien jaar wordt het eerste staatsambt bekleed door een lid van Democratische Partij, de grootste linkse partij. Mattarella is weliswaar afkomstig uit de gematigde christelijke vleugel van die partij, maar diens voorganger kwam uit de (voormalige) communistische rangen. Het centrumrechtse blok hoopt door Berlusconi te hebben opgegeven wisselgeld te krijgen, ofwel een andere, minder controversiële rechtse kandidaat gekozen te krijgen.
Ondanks de tweespalt gooit Mario Draghi hoge ogen om president te worden, zeker sinds hij heeft laten doorschemeren wel interesse in die job te hebben. Draghi (74) is momenteel de Italiaanse minister-president en hij voert een regering aan, waaraan op een na alle partijen deelnemen. Hij beschikt daarmee over een brede consensus.
Mocht Draghi president worden, dan wordt de baan van premier vacant. Dat kan leiden tot spanningen in de coalitie en zelfs –een jaar eerder dan gepland– tot nieuwe verkiezingen. Mochten de kiesgerechtigden er toch niet uitkomen, is er ook nog een kansje dat Mattarella bijtekent, ook al heeft hij gezegd er niet aan te denken.