Karaktermoord op keizer Domitianus
Wie Rome bezoekt, kan niet heen om beroemde monumenten uit de oudheid: het Colosseum, de Boog van Titus, het keizerlijke paleis op de Palatijn, Forum Romanum met resten van tempels en pleinen, Circus Maximus, het stadion onder Piazzo Novana. Beeldbepalende gebouwen die (mede) werden gerealiseerd door de nu vergeten keizer Domitianus (51-96 na Chr.).
Domitianus heeft geen beste reputatie. Hij staat te boek als een tiran, wreed en pervers, achterdochtig en onberekenbaar – vergelijkbaar met Nero. Het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden schetst in een grote overzichtstentoonstelling een genuanceerder beeld van deze zelfbenoemde ”god op aarde”.
Niet toevallig opent de expositie met de gewelddadige dood van de keizer op 18 september van het jaar 96. Die zet meteen de toon. Bij een borstbeeld van de keizer met een luguber schaduwspel wordt de bezoeker het verhaal in gezogen: „Net na het middaguur slaakte de 44-jarige keizer Domitianus een zucht van verlichting. De voorspelling van astrologen dat hij die ochtend zou sterven was niet uitgekomen. Zijn kamerheer Parthenius kondigde aan dat er bezoek was en Domitianus vertrok nietsvermoedend naar zijn slaapkamer, om zich om te kleden.”
Het plan om de keizer om het leven te brengen bleek sluw en doordacht. „Zijn ondergeschikten hadden hem om te beginnen de verkeerde tijd aangegeven: de ochtend was nog niet voorbij, en de voorspelling nog geldig. Stephanus wachtte zijn meester op in het slaapvertrek. Hij had een dolk verborgen onder een verband om zijn arm en bracht de eerste van zeven steekwonden toe. Hij kreeg hulp van andere hoflieden, Clodianus, Maximus en Satur, en een paar man uit de gladiatorenschool. Er werd gefluisterd dat er nog iemand in het complot zat: Domitianus’ eigen vrouw, Domitia Longina.”
Christenvervolging
Na de moord begon een offensief dat het beste als karaktermoord kan worden omschreven. Vrijwel direct nam de Senaat van Rome het besluit om elke herinnering aan de keizer uit te wissen. Standbeelden werden omver gehaald, erebogen gesloopt, uit openbare inscripties werd zijn naam weggebeiteld en munten werden van zijn beeltenis ontdaan. Schrijvers en dichters beijverden zich vervolgens om de keizer in een kwaad daglicht te stellen door zijn slechte karakter en wandaden breed uit te meten. In de vierde eeuw bracht kerkhistoricus Eusebius van Caesarea Domitianus bovendien in verband met christenvervolgingen. Tegenwoordig is de keizer vrijwel vergeten.
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de regeerperiode van Domitianus. De tentoonstelling ”God op aarde. Keizer Domitianus” is een van de resultaten van het project ”Anchoring Innovation”, waarin classici, oudhistorici en archeologen van zes Nederlandse universiteiten samenwerken om allerlei veranderingen in de Griekse en de Romeinse samenleving te bestuderen.
De tentoonstelling is geen poging om de keizer in ere te herstellen, zegt gastconservator dr. Nathalie de Haan. „We willen wegblijven bij het goed-foutschema dat vaak wordt gehanteerd als het over de Romeinse keizers gaat. Naar onze maatstaven gemeten deugden ze geen van allen; ze waren alleenheersers pur sang en hadden geen boodschap aan burgerrechten of sociale gelijkheid. Met deze tentoonstelling proberen we het beeld van Domitianus te nuanceren, niet om zaken goed te praten, maar om de bezoekers te laten nadenken over zaken als imago en reputatieschade; want daar hebben we ook in onze tijd mee te maken.”
Jeruzalem
Want hoe zat het nu echt met Domitianus? Hij kwam aan de macht toen zijn broer Titus in het jaar 81 onverwacht overleed. Titus had met hun vader Vespasianus de Joodse opstand (66-70) in het voordeel van de Romeinen beslecht en daar veel roem mee behaald. In augustus van het jaar 70 had Titus Jeruzalem ingenomen, de tempel verwoest en de tempelschatten meegebracht naar Rome. Domitianus had altijd in de schaduw gestaan van de zijn succesvolle broer, maar profiteerde er uiteindelijk van dat de rust in het oosten van het Romeinse Rijk was teruggekeerd. Met zijn aantreden brak een periode van rust en welvaart aan, kunst en literatuur bloeiden – een gouden tijd van het Romeinse keizerrijk.
Omdat in het jaar 80 een verwoestende brand grote delen van Rome in de as had gelegd, startte Domitianus met een omvangrijk bouw- en herstelproject – geld was er voldoende uit Judea binnengekomen. Veel van die nieuwe monumenten zijn vandaag de dag nog beeldbepalend voor het centrum van Rome: het Colosseum, de triomfboog van Titus, het paleis van Domitianus op de Palatijn, de resten van het stadion onder de Pazza Navona.
Geliefd
Net als zijn voorgangers probeerde Domitianus veranderingen te verankeren in de traditie. Door aan te sluiten bij het vertrouwde verstevigde hij zijn positie als keizer. Vooral keizer Augustus, die als goede keizer bekendstond, zag hij als een lichtend voorbeeld. Gebruiken uit diens tijd herstelde hij in ere en ook bij zijn bouwprogramma greep hij terug op Augustus. Door de restauratie van oude monumenten in combinatie met het realiseren van innovatieve nieuwe gebouwen maakte hij van Rome een ”oude nieuwe stad”.
Bij het volk was Domitianus geliefd. Hij organiseerde spelen voor het volk, waaronder de Capitolia: wedstrijden waarbij poëzie en het schrijven van lofdichten onderdelen waren, maar ook atletiek- en muziekcompetities. Speciaal hiervoor liet hij een stadion met twee verdiepingen bouwen dat plaats bood aan 30.000 toeschouwers.
Domitianus voltooide ook het Colosseum met een bovenste toeschouwersring; onder de arena liet hij gangen en vertrekken aanleggen voor wilde dieren en gladiatoren. Zijn vader Vespasianus was al in het jaar 71 begonnen met de bouw van het grootste amfitheater in het rijk. Die werd gefinancierd met de enorme oorlogsbuit die uit Judea was meegenomen. Tot slaaf gemaakte Joden werden ingezet om het project te realiseren en Joodse tempelschatten die in Jeruzalem waren buitgemaakt werden hier tentoongesteld, waaronder kostbare zilveren trompetten en de zevenarmige menora. In het jaar 80 werd de ”tempel van vrede” officieel geopend. Ter gelegenheid hiervan organiseerde Titus spelen die maar liefst honderd dagen duurden.
Ook bij het leger was Domitianus geliefd, al was het maar omdat hij de soldij verhoogde. Na een aantal onrustige decennia was het rustig geworden in het Romeinse Rijk. Slechts een enkele keer moest de keizer ingrijpen aan de rand van het rijk. Hij versterkte de grenzen, onder meer die langs de Rijn en Donau, tot in Nederland toe – in 83 na Chr. nam hij daarom de naam Germanicus aan. Deze grens ”(limes”) is in 2021 op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst.
Spiegel
Maar waarom ging het dan zo dramatisch mis met deze keizer? Domitianus opereerde politiek onhandig. Hij vergat de ijzeren Romeinse wet om vernieuwingen te verankeren in de traditie. Het rijk was al lang geen republiek meer en de Senaat, het adviescollege waarin de elite zitting had, had in de praktijk weinig meer in te brengen. Maar keizers als Caesar en Augustus hielden de schijn op dat alles bij het oude was gebleven; ze respecteerden de Senaat en probeerden een goede verstandhouding met de senatoren te houden. Augustus herstelde zelfs formeel de republiek, hoewel hijzelf alleenheerser was.
Domitianus had echter moeite met autoriteit en voelde er niets voor om met de senatoren te overleggen over hoe hij moest regeren. In de loop van zijn regeerperiode verminderde hij de contacten met hen nagenoeg tot nul. Daarbij speelde mee dat Domitianus nogal achterdochtig was. Hij leed aan achtervolgingswaanzin en meende overal complotten te bespeuren. Vermeende tegenstanders liet hij soms zonder enige vorm van proces uit de weg ruimen. Volgens antieke bronnen gebruikte Domitianus de glanzende marmeren wandbekleding van zijn paleis als een spiegel om mogelijke belagers op tijd te kunnen zien.
Een flink aantal maatregelen viel totaal verkeerd bij de Senaat. Dat Domitianus de maanden september en oktober liet omdopen in Germanicus en Domitianus was nog wel het minste; maar dat hij zichzelf ”dominus et deus” (heer en god) noemde en zich op die manier boven stervelingen verhief, was de druppel die de emmer deed overlopen. Eerdere keizers werden pas ná hun dood vergoddelijkt. De Romeinse elite keerde zich nu definitief tegen Domitianus. In 96 kwam het tot een uitbarsting en werd hij met geweld om het leven gebracht. „Keizers hebben een jammerlijk lot”, had Domitianus bij leven al gezegd. „Het volk gelooft pas dat er een samenzwering bestaat, als hun keizer dood is.”
Zwarte inkt
De Senaat legde de gehate keizer postuum de zwaarste straf op die denkbaar was: een ”damnatio memoriae”. Elke herinnering aan hem moest worden uitgewist. En wat er wél over hem werd doorverteld werd in zwarte inkt geschreven. Rome was bevrijd van een tiran van de ergste soort als we de kroniekschrijvers –in de meeste gevallen afkomstig uit de kringen van de senatoren– mogen geloven. Alles werd ten nadele van Domitianus uitgelegd. Hij zou in extreme luxe hebben geleefd, hij zou zich te veel hebben ingelaten met Egytische goden, hij zou filosofen, Joden en christenen hebben vervolgd. En dat beeld is de eeuwen door niet meer bijgesteld.
Uit onderzoek blijkt nu dat Domitianus zich op al deze punten niet wezenlijk onderscheidde van keizers voor en na hem – zonder dat hij daarmee opeens een goede keizer wordt. Wel was hij het slachtoffer van een effectieve campagne waarmee zijn tegenstanders hem zwart maakten en uiteindelijk in het vergeetboek lieten verdwijnen. „Beter is een goede naam, dan goede olie”, schrijft de Prediker. Dat gold voor keizers uit de oudheid; het geldt nog steeds.
De tentoonstelling ”God op aarde” is te zien tot en met 22 mei in het RMO in Leiden.