Hamza had sinds 1998 de leiding over de buitenlandse activiteiten van al-Gamaa al-Islamiyya (Islamitische Groep). Hij is sinds 1992 bij verstek driemaal ter dood veroordeeld in Egypte - wegens de opleiding van terroristen in Afghanistan, het uitzenden van terroristen naar Egypte en het plegen van aanslagen.

Hani al-Sibaie, oud-leider van de in Egypte verboden Islamitische Jihad, zei in Londen dat bronnen binnen al-Gamaa al-Islamiyya de uitlevering hadden bevestigd. De uitlevering zou enkele weken geleden hebben plaatsgevonden. Volgens Al-Sibaie hadden de Iraanse autoriteiten Hamza uitgeleverd in ruil voor inlichtingen over Iraanse politieke ballingen in Egypte.

De Egyptische autoriteiten arresteerden Hamza voor het eerst in 1981 in verband met de moord op president Anwar Sadat. Nadat hij drie jaar had vastgezeten vestigde hij zich in Afghanistan, waar hij de moordaanslag op Mubarak in Addis Abeba in Ethiopië van 1995 zou hebben voorbereid. In 1996 stond zijn naam boven aan de Egyptische lijst van meest gezochte personen in het buitenland. Toen al-Gamaa al-Islamiyya in 1997 echter het gebruik van geweld afzwoer, steunde Hamza dat besluit. Twee jaar later stemde hij ermee in alle aanslagen in en buiten Egypte te staken.

De relatie tussen Egypte en Iran lijkt de afgelopen weken aanzienlijk te zijn verbeterd. Er wordt zelfs gesproken over volledige hervatting van de diplomatieke betrekkingen. De banden tussen Caïro en Teheran raakten op een dieptepunt in 1979, toen Teheran het vredesverdrag met Israël veroordeelde en Egypte de uit Teheran verdreven sjah Reza Pahlavi asiel gaf.