Fiets bezorgt kaasstad internationale lof
De beroemde Goudse kaas. Dat is waar Gouda wereldwijd om bekendstaat. De Amerikaanse krant The New York Times prijst de stad aan als duurzame reisbestemming. Terecht?
Wie in de binnenstad van Gouda de Markt oversteekt, moet uitkijken dat hij niet van de sokken wordt gereden door fietsers die tussen marktbezoekers en winkelend publiek door slingeren. De voetgangers in het centrum lijken overigens ook veelal op de fiets te zijn gekomen: aan bijna iedere lantaarnpaal is een rijwiel vastgemaakt.
In Gouda is eigenlijk alles aan te fietsen. Daarom belandde de stad deze week op plaats 26 van de 52 op de lijst van duurzame reisbestemmingen van The New York Times. Volgens de Amerikaanse krant is Gouda een bezoek dubbel en dwars waard onder meer omdat toeristen op de fiets –zonder milieuvervuilende auto– allerlei attracties kunnen bereiken. De krant tipt bijvoorbeeld het Oude Stadhuys en de zogeheten Gouda Cheese Experience –letterlijk vertaald als Gouda kaaservaring–, waar mensen leren over de productie van kaas.
Alles is met de fiets te bereiken in de stad, bevestigt Bert van Halteren (67) uit Gouda. „Ik fiets in een kwartier van mijn woning in Gouda-Noord naar station Goverwelle, in Gouda-Zuid.” Gouda is in dat opzicht net een dorp, vult Jeanette de Lange (52) uit Waddinxveen aan. Ze drinkt samen met Van Halteren een koffie-to-go op een leeg terras. „Ik kom liefst ook niet met de auto naar het centrum. Er is weinig parkeerruimte en aan een kaartje betaal je een vermogen.”
Gestolen
Toch zijn er mensen die met hun auto door het centrum rijden. Op de Markt ontstaat een opstopping als een bezorger zijn PostNL-busje midden op straat parkeert om een pakje af te leveren. Zijn concurrent van DHL –ook in de rij– bezorgt eveneens zijn vracht.
Marktmeester Rob van Dooren ziet auto’s liever gaan dan komen in de binnenstad. Hij vindt het jammer dat het centrum niet autovrij is. „Het is nog te druk met voertuigen, dat gaat een keer mis.”
Bezorgd is ook Gouwenaar Annemiek. De vijftigplusser parkeert haar auto bij parkeerplaats Klein Amerika aan de rand van het centrum en haast zich naar de bibliotheek om boeken af te leveren. „Gouda wordt aanbevolen om de voorzieningen voor fietsers? Ik voel me juist veiliger in de auto. De fietspaden hier zijn te druk. Scooters en bakfietsen duwen je soms bijna opzij.”
Mensen met een buitenlandse achtergrond zijn positiever over de fietsvoorzieningen in de stad. Asha Srigopal –in Suriname geboren, maar nu woonachtig in Gouda– vindt de straten in haar woonplaats „overzichtelijk en toegankelijk” voor fietsers. Het enige wat volgens Srigopal beter kan, is het aantal plaatsen waar ze haar fiets veilig kan neerzetten. „Mijn vorige fiets is gestolen, dus ik zet mijn rijwiel liever vast. Maar bij alle palen en hekjes staat al een fiets. Zo kan ik de mijne nergens veilig kwijt.”
„In Gouda is de fietser koning”, merkt de Peruaanse José Antonio Tord León (65) op, terwijl hij een foto van het stadhuis schiet. „In Lima, waar ik woon, rijden fietsers tussen de auto’s door. Hier zijn ze beschermd door de gescheiden fietspaden.”
Kaasliefhebber
Naast fietsvriendelijkheid, prijst The New York Times de Goudse historie en de kaascultuur. Terecht, vinden mensen op straat. Zo ook de Peruaan. „Ik ben een kaasliefhebber”, zegt hij veelbetekenend.
Kaasfans kunnen hun hart ophalen in Gouda. Het straatbeeld in het centrum ademt kaas. In bijna iedere straat is een kaaszaak en op de markt staan meerdere kaasboeren. Naast de markt is de Waag gesitueerd. Daar werd vroeger de kaas gewogen. In de gevel is een weegschaal met een stapel kazen gebeiteld.
Het zuivelproduct is vaak de reden waarom toeristen Gouda opzoeken, bevestigt verkoopster Liselore de Keuning tussen tientallen kazen in het Gouds Kaashuis. „Buitenlandse klanten informeren vaak naar de kaasmarkt. Daar komen ze speciaal voor.”