Protesten in Kazachstan: Ga weg, oude man
Na hevige rellen in Kazachstan, heeft president Kassym-Jomart Tokajev woensdag in de vroege ochtend zijn ministerraad ontslagen. In de grootste stad van het land, Almaty, riepen de autoriteiten de noodtoestand uit.
Politieauto’s gingen in vlammen op. Een grote massa legde het verkeer in het centrum van Almaty plat. En op het Plein van de Republiek kwam het zelfs tot aanvaringen met de politie. Wat begon als klein en lokaal protest in het zuidwesten van Kazachstan, groeide in een paar dagen uit tot nationaal massaprotest tegen de moeilijke economische situatie in het land.
Uiteindelijk moest de Kazachse oproerpolitie met traangasgranaten de protesten neerslaan. De autoriteiten riepen een twee weken lange noodtoestand uit in Almaty. Mensen mogen alleen buiten zijn van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds. Ook in de olieprovincie Mangistau –waar de protesten begonnen– geldt de noodtoestand.
Dinsdag eerder op de avond hield president Tokajev een toespraak op televisie waarin hij de demonstranten waarschuwde: „Aansporingen om civiele en militaire faciliteiten aan te vallen zijn absoluut onwettig en zullen bestraft worden.” Tokajev liet weten dat de „overheid niet zal vallen”, maar dat men het onderlinge vertrouwen en dialoog moet zoeken en geen conflict.
President Tokajev kwam de betogers tegemoet door zijn ministerraad te ontslaan en een interim-premier te benoemen, Alichan Smailov volgt Askar Mamin op. Volgens Tokajev is vooral de ministerraad verantwoordelijk voor de moeilijke situatie: zij hebben de opdrachten van de president niet goed uitgevoerd. Toch zal ook dat weinig verandering teweegbrengen: de vrijgekomen posten zullen worden gevuld door mensen uit de kring van Tokajev en oud-president Noersoeltan Nazarbajev.
Ontevreden
De protesten begonnen op 2 januari in het arme Kazachse oliestadje Zjanaozen, in de provincie Mangistau in het Europese deel van Kazachstan. De prijs voor lpg – het gas waar zo’n zestig à zeventig procent van de Kazachen hun auto’s op hebben rijden – schoot daar omhoog. De regering, die lpg steevast onder de marktprijs leverde, besloot dat die subsidiëring niet meer te handhaven was. In korte tijd verdubbelde de prijs tot 120 Kazachse tenge (24 eurocent).
De onrust breidde zich uit naar andere steden: Aktau, Atyrau en Aktobe, waar het maandag al onrustig was. Uiteindelijk sloeg protest ook over naar de belangrijkste stad, Almaty, en kreeg het een meer algemeen karakter. Men is boos over de corruptie, de Kazachse olie- en gasrijkdommen die worden geplunderd door de rijke elite.
De demonstranten riepen de leus ”sjal ket” –dat betekent ”oude man, ga weg”– verwijzend naar de 81-jarige oud-president Noersoeltan Nazarbajev, die al ruim dertig jaar het land regeert met ijzeren vuist. Als hoofd van de veiligheidsraad en als hoofd van de enige echt toegestane partij Noer Otan oefent hij grote invloed uit op de politiek in de Kazachse hoofdstad Noersoeltan. Die is overigens naar hem vernoemd.
Eenheid
Nathan Visser woonde en werkte ruim tien jaar lang in het Centraal-Aziatische land, spreekt de taal vloeiend en houdt de situatie nauwlettend in de gaten: „Ik snap dat mensen moe zijn en dat ze de grote verschillen tussen arm en rijk en de scheve machtsverhoudingen zat zijn. Dat is ontzettend frustrerend.”
Visser legt verbanden met de situatie in Wit-Rusland: „Ik ben bang dat dit ook zoiets wordt. Ik verwacht namelijk niet dat Kazachstan het komende jaar opeens gaat draaien naar meer mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en democratie. Nee, natuurlijk niet.” Het werkt vooralsnog zelfs averechts, zegt Visser. „De noodtoestand die nu is uitgeroepen in Almaty levert vooral meer repressie op. Dit wordt gewoon hard neergeslagen. Je mag hopen dat beide kanten de strijdbijl begraven en dat het niet tot bloedvergieten komt. Je wint er uiteindelijk weinig mee.”
Ook vanuit Rusland is er veel aandacht voor de situatie in Kazachstan en veel Kazachen vrezen dan ook een reactie vanuit het Kremlin, die niet van plan is om een bondgenoot als Kazachstan zomaar over te laten aan zogenaamde democratische processen en revolutie. Visser denkt echter dat het zover niet zal komen: „Dit is echt een interne Kazachse aangelegenheid. Dit heeft ook niets te doen met etnisch Rus of etnisch Kazach. Dat was in Oekraïne bijvoorbeeld wel het geval.”
Volgens Visser houden de meeste Kazachen niet van de protesten en ziet men de demonstranten vooral als ”raddraaiers” en ”relschoppers”. Bovendien zien ook Kazachen zelf in dat protesten de afgelopen dertig jaar nog nooit verandering hebben gebracht, eerder meer leed. De meeste Kazachen bidden dan ook voor „eenheid in ons gezin en vrede in ons land” zegt Visser: „Dat is voor een Kazach vele malen belangrijker dan rellen om politieke vernieuwing.”