De echtgenote van W., de 20-jarige J. P., kreeg een eis van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk. M. P. J. (28), zou anderhalf jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, moeten krijgen en J. F. L. (27) een werkstraf van 240 uur plus vier maanden voorwaardelijk. De inbraken werden gepleegd tussen april en augustus van dit jaar.

De drie medeverdachten verklaarden tegenover de politie dat wanneer W. iets wilde hebben, hij het met het grootste gemak ging halen. Niet tegen betaling in de winkel, maar door in te breken in woningen, bedrijven en ook op de camping waar zijn vader een caravan had staan.

Tijdens de zitting ontkende W. alles op één feit na: het leeghalen van een bankpas met een saldo van zo’n 700 euro. Maar het initiatief ertoe zou van zijn vrouw zijn. Volgens haar eigen verklaring zou zij vaak aan de scanner hebben zitten luisteren als de anderen op inbrekerspad waren. Donderdag zei ze in de zaak tegen haar man onschuldig te zijn.

Uitspraak op 16 december.