Los stikstofcrisis op met registreren uitstoot mineralen
Binnen tien jaar wil het kabinet de stikstofuitstoot halveren. Dat kan alleen als boeren de beste landbouwgrond krijgen. Daarnaast dient de boer weer de mineralen te gaan registeren. Dat heeft in het verleden bewezen de stikstofuitstoot fors terug te dringen.
Maar liefst 25 miljard euro trekt het nieuwe kabinet-Rutte uit om het stikstofprobleem in de landbouw en bijhorend natuurherstel aan te pakken. Al in 2030 zou de stikstofuitstoot gehalveerd moeten zijn. Dat is sneller dan het plan uit 2020, toen zou dat streven pas in 2035 worden gehaald. Het kabinet zet er vaart achter. Maar hoe is dat ambitieuze doel te bereiken?
Er zijn twee wegen te bewandelen. De eerste is: boeren op de beste gronden. Dat levert de hoogste opbrengsten en levert de minste schadelijke effecten voor de natuur. Rudy Rabbinge, voorheen hoogleraar in Wageningen, stelde dit dertig jaar geleden al voor. Als lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid bedacht hij een driedeling van bodemgebruik in het rapport ”Grond voor keuzen”. De commissie-Remkes nam dit idee over in haar adviesrapport ”Niet alles kan overal”, dat vorig jaar verscheen. Dit rapport biedt een nieuw perspectief voor de agrarische sector en een herwaardering voor het vakmanschap van de boer. Halvering van de veestapel, zoals eerder D66 opperde, is niet meer aan de orde. Wel vrijwillige uitkoop en verplaatsing van bedrijven.
In dit rapport beslaan ”rode gebieden” de beste landbouwgrond die geschikt zijn voor intensieve, hoogproductieve landbouw op basis van moderne ecologische productietechnieken en precisielandbouw. Dat geeft de hoogste productie op het kleinste areaal. Daarnaast zijn de ”groene gebieden” uitsluitend bestemd voor natuur. Denk hierbij aan de Natura 2000-gebieden en de voormalige Ecologische Hoofdstructuur die deze gebieden met vegetatierijke corridors verbindt. De derde soort gebieden (rood met groen geeft oranje) is te zien als een overgangszone voor extensieve landbouw in combinatie met behoud en herstel van cultuurlandschappen, zoals weidevogelgebieden.
Verplaatsing onvermijdelijk
Om beschermde natuurgebieden dicht bij intensieve veehouderijbedrijven te ontlasten, zullen boerderijen moeten worden verkast. De melkveehouderij zal de komende jaren een volksverhuizing ondergaan om die driedeling van grondgebruik optimaal in te vullen. Zowat de helft van het huidig areaal is hoogproductief en geschikt voor intensieve akkerbouw en veeteelt, de andere helft leent zich best voor extensief gebruik, zoals biologische landbouw. Die herschikking kan in de praktijk meevallen als er ruilgrond beschikbaar is, zodat verhuizende boeren hun voorkeur kunnen volgen. Opkopen en verplaatsing is onvermijdelijk.
Belangrijk is daarnaast wel dat ook goed wordt gezorgd voor de achterblijvers. Boeren die hun bedrijfsvoering moeten aanpassen, dienen ook financiële aandacht te krijgen van de overheid. Innovaties om te voldoen aan milieuregels, vergen immers investeringen. Die zullen (deels) moeten worden gecompenseerd en niet alleen de portemonnee van de boer moeten raken.
Mineralenbalans
De andere weg om de halvering van de stikstofuitstoot te realiseren, is herinvoering van de mineralenbalans. Hiermee wordt de stikstofuitstoot per boerderij belast. Dat Mineralen Aangifte Systeem (Minas) heeft goed gewerkt tussen 1998 en 2006, toen het werd vervangen door een nieuw mestbeleid met landelijke regels. In het Minas hielden veehouders en akkerbouwers een mineralenboekhouding bij. De boer noteert wat er aan mineralen binnenkomt in de vorm van kunstmest, dierlijke mest, compost en veevoer en wat er aan de andere kant het bedrijf verlaat in de vorm van producten, plantenresten en wederom dierlijke mest. Bij overschrijding van de vastgestelde norm voor stikstof per hectare betaalt hij een heffing. Hierdoor is de uitstoot van stikstof en (andere mineralen) nauwkeurig te meten. Wanneer het mineralenoverschot wordt beboet, is het aantrekkelijk voor de boer om de overschotten in de hand te houden en zo veel mogelijk te vermijden. De ruim 60 procent afname van ammoniak (lees: stikstofuitstoot) tussen 1990 en 2005 is grotendeels te danken aan de invoering van Minas. Alle reden om dit systeem opnieuw in te voeren.
Samenspel
Boeren zullen ertoe moeten worden verleid om deze wegen van transities te bewandelen. Niet door dwang, maar door zachte drang en samenspel. Citaat uit het regeerakkoord: „De opgave voor emissiereductie en natuurherstel is zo groot dat vrijwilligheid niet langer vrijblijvendheid betekent. Daarom gaan we op het boerenerf het gesprek aan om samen te zoeken naar mogelijkheden.” Een positieve draai, vergeleken met het aanvankelijk politieke geluid van verplicht uitkopen van boeren. Een zachte sanering, in plaats van een koude sanering. Dat is niet alleen het beste voor de sector. Ook de samenleving is hiermee gebaat. Want de trekkers zullen, met de juiste uitwerking van de stikstofplannen, in de schuur blijven en niet het Malieveld omploegen.
De auteur is freelancejournalist.