„Religie bij dodenherdenkingen niet afwezig, maar impliciet”
De spaarzame aandacht die er in de Nederlandse herdenkingscultuur is voor religie wijkt sterk af van wat er internationaal op dit terrein gebeurt. Als gevolg van de secularisering en de opkomst van de multiculturele samenleving verandert de plaats van religie in Nederland wel, maar verdwijnt die allerminst.
Dat concluderen Bart Wallet en Koos-jan de Jager in de bundel ”Heilige stilte: publieke religie en de Nederlandse dodenherdenkingen sinds 1945” (uitg. KokBoekencentrum, Utrecht), die maandag werd gepresenteerd. De uitgave onderzoekt de Nederlandse publieke religie aan de hand van de manier waarop Nederland de doden uit de Tweede Wereldoorlog herdenkt. Daarbij hebben de auteurs aandacht voor zowel de Nationale Dodenherdenking als voor lokale herdenkingen en herdenkingen tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië.
Opleving
Er is al veel onderzoek gedaan naar de herinnering van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, stellen de redacteuren Wallet en De Jager. De rol van religie heeft hierin tot dusver echter weinig aandacht gekregen. Historici gebruikten vooral het begrip ”verzuiling”, waarbij vooral religieuze verdeeldheid voor het voetlicht wordt gebracht. Religie blijkt echter niet alleen een bron van spanning en verdeeldheid, maar ook van nationale eenheid te zijn geweest. Nederlanders voelden zich gezamenlijk onderdeel van een christelijke natie.
Tot halverwege de jaren zestig werd de Nederlandse publieke religie gedomineerd door een christelijk georiënteerd nationalisme dat nauw verbonden was aan het koningshuis. Vanaf omstreeks 1965 kreeg dit nationalisme stevige concurrentie van een nieuwe vorm van publieke religie, namelijk die rond Auschwitz. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en met name de Jodenvervolging kwam in het middelpunt te staan, maar wel ingebed in een bredere publieke religie, waarin de waarden van de revolutie van de jaren 1960 centraal staan, namelijk vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Minder religie
Terwijl Ilse Raaijmakers in haar bijdrage in de bundel laat zien hoe door de secularisering van de samenleving de plek van religie verschoof, betoogt Zohar van Tijn dat de opkomst van de multiculturele samenleving voor heel andere, onverwachte effecten zorgde. Een flink deel van de organisatoren blijkt nog altijd uit religieuze gemeenschappen afkomstig. In de multiculturele context van de Utrechtse wijk Lombok werden moskeeën bij de organisatie van de herdenking uitgenodigd. Er is een religieuze beeldtaal te vinden op onder meer monumenten op de Dam en de Grebbeberg, in Rijssen en het Limburgse Herten.
Sommige rituelen zijn expliciet, zoals het zegenen van graven en het uitspreken van gebeden; andere zijn impliciet, zoals de rol van palmtakken en het concept van de stille tocht. Welke religieuze muziek wordt uitgevoerd, blijkt wel sterk van de lokale context te verschillen én verandert door de tijd: terwijl de muziek in het Limburgse Herten uitgesproken rooms-katholiek is, is het repertoire in Rijssen weer uitgesproken protestants. De redacteuren in de inleiding: „De flinke geografische diversiteit laat ondertussen onverlet dat al die herdenkingsbijeenkomsten ook punten van overeenkomst kennen, het gedeelde midden van de ceremonie van de stille tocht, de twee minuten stilte en het zingen van het Wilhelmus. Ook in de taal van offer, lijden en hoop op een betere toekomst komt veel samen.”
Dus is er toch wel plaats voor religie?
Koos-jan de Jager: „Ja, maar wel een religie die altijd iets overstijgends heeft. Dat was in het verleden al het geval, waar de publieke religie geen expliciete dogmatische inhoud mocht tonen, maar boven het dilemma van katholiek en protestants moest uitstijgen. Publieke religie moet vooral iets samenbindends hebben, een christendom boven geloofsverdeeldheid, zoals Thorbecke dat uitdrukte. Toch zie je op lokaal niveau dat er concrete invullingen werden gedaan, zoals in het reformatorische Rijssen, of in het Utrechtse Lombok, waar uit de Bijbel, Koran én Tenach wordt gelezen.”
Blijft staan dat vergeleken met de internationale aandacht Nederland toch wat in te halen heeft op het punt van aandacht voor religie.
„Dat klopt, en dat wil de bundel ook onderstrepen: je kunt veel aspecten van de herinneringscultuur in het verleden en sowieso van de geschiedenis niet begrijpen als je de rol van de religie verwaarloost. Juist bij herdenkingen van doden blijkt dat religieuze tradities veel elementen bevatten die deze rituelen onderbouwen. Men is zeker niet allergisch voor religie in het publieke domein, maar het moet niet al te expliciet zijn.”